I I I "Een lid van het Dagelijks Bestuur dat ik over de onderha vige voorwaarden sprak, antwoordde ,mijdat hij daar niets vanaf wist, en dat er nog geen vergadering geweest was." De voorwaarden gaan verder, aldus de voorzitter, dan door de keur van het waterschap wordt gevraagd. Ik heb deze aan gelegenheid op het Departement van Wederopbouw besproken. 'Men heeft mij gezegd: U kunt beginnen met bezwaren in te dienen bij G.S. Mocht U niet- voldaan zijn dan komt U bij ons terug, dan zal er een hoofdambtenaar van het Departe ment komen kijken'wat redelijkerwijze kan worden verlangd. De voorzitter zou liever zien dat er helemaal geen sloot kwam, waarmede de heer Vermue volledig instemt. Intussen hebben wij het recht gekregen een riool te' leggen voor het maken van opritten, dan kunnen we doorgaan. Het Departement is gevraagd een bedrag toe te zeggen. We moeten maar zien wat het beste is Een sloot blijft echter een obstakel, Deheer Vermue advi seert er maar een heining om te zetten. De voorzitter denkt aan een afrastering. Alle concessies van gemeentewege aan het waterschap gedaan zijn niet voldoende. Op het hoogste punt van de polder moet een' sloot van 6 M breedte komen, die alleen dient voorwatertoevoerDe heer Vermue zegt dat de sloot niet nodig- is, en dat er volgehouden moet worden, dat de riolering verder gelegd wordt. De heer Smits vraagt wat er gebeurt, wanneer de bezwaren niet door G.S, worden onderschreven. De voorzitter antwoord dat dan bij het Departement voorziening'gevraagd kan worden, spreker ho'opt en vertrouwt echter dat G.S. een open oog zullen heb ben mede in verband met de financiële gevolgen. De heer Smits acht het billijk dat, aangezien de kosten der sloten op de grond komt te drukken, de weggeldbelasting van 3% op 10%, wordt gebracht. De heer Vermue dringt aan op het zetten van een stevige afrastering. De heer Boomaerts vindt dat ze hier toch niets op tegen kunnen hebben. De voorzitter is ervan overtuigd dat elk verzoek onzerzijds op bezwaren zal' stuiten, maar uiteindelijk is er nog een BelemmeringswetHet Departement onderschrijft al mijn bezwaren. Er j.s een grens tot zover men gaat. Die grens is bereikt in de 'concessie .welke het gemeentebestuur aan het waterschap heeft gedaan, (achtiging De Raad verklaart vervolgens anuniem zich met de voor- en W, waarden van het waterschap niet te kunnen verenigen en machtigt burgemeester en wethouders, voorts bezwaren ten 0.:'. m aanzien in te brengen bij Gedeputeerde Staten en tfer- dere stappen te doen om tot uitvoering van het wederopbouw- plan Hoordhoek te geraken, iRondvraag. Bij de rondvraag informeert de heer Smits hoe het staat met het wederopbouwplan Standdaarbuiten. De voorzitter deelt mede-, dat de Planologische Dienst vast houdt aan de Hoogstraat, Voorts heeft hij met Ir. Meijer een bespreking gehad over de verkoop van gronden op de Markt, Met Blommer- de is overeengekomen; de waarde zal worden bepaald op de zelfde wijze als bij onteigening. Aan de overzijde kunnen eveneens enige percelen bij minnelijke schikking worden verkregenDe heer Boomaerts merkt op dat het op deze wij ze veel sneller gaat. De heer Smits vraagt naar de finan ciële gevolgen van het wederopbouwplanDe voorzitter geeft hierover inlichtingen. De heer Boomaerts zegt: dat het voor de gemeente wel een dure beweging wordt, De voorzitter ant woordt: "Voor het Rijk ook," De heer Smits vindt dat er met betrekking tot de Hoogstraat niet alleen een algemeen be lang voor de gemeente Standdaarbuiten, maar ook een inter communaal belang in is gelegen,

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1948 | | pagina 17