VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. Dinsdag 5 September 1939, Ges namiddags 2-g- uur. Tegenwoordig: alle leden met uitzondering van den neer C. Deijkers, die wegens ziekte verhinderd is de vergadering hij te wonen. Voorzitter is P.J.Jansen, Burgemeester. De Voorzitter opent de vergadering met de navolgende woorden: "Het uur is aangebroken, waarop de opnieuw benoemde leden van den^ Raad hunne taak als zoodanig voor de nu begonnen vierjarige periode zullen aanvangen Dit uur is gekomen onder zeer zware omstandigheden. Ten top gestegen is de spanning in ons geteisterd werd.eld— deel en onze Regeering heeft zich, ter verzekering van Lands'on zijdigheid naar alle tijden, genoodzaakt gezien, de algemeene mobi lisatie af te kondigen, gevolgd door de afkondiging van den otaat van Oorlog hier te lande. Intusschen werd West-Europa door de straffende hand Gods in den werkelijk en Oorlog gedompeld. Tal van maatregelen, die aan land— en dorpsgenoot zware las ten opleggen, zijn hiervan het gevolg. a ïk wil' vanaf deze plaats een beroep doen op de Soanddaarpui tenaren om, te handhaven de waardige en kalme wijze waarop tot he den die maatregelen zijn opgenomen. Nog meer dan tot heden zal wellicht in de komende tijden groo- te inspanning worden gevraagd van het College van Burgemeester en Wethouders en vooral van de Ambtenaren dezer gemeente. Voor het geheel veroorloof ik mij het aan den vooravondvan den algemeenen mobilisatiedag door Hare Majesteit de Koningin gesproken woord aan te halen: "Allen moeten het hoofd moei houden, en doen wat onze plicht is." Broodnoodig zal het zijn, dat alle verdeeldheid wegvalt en in eendrachtige samenwerking de bevolking zich schaart om het gemeen tebelang, de regeering en het Huis van Oranje. Doen wij dit ooiAzooals gezegd in een-drachtige en welgezinde samenwerking, dan zullen wij met Gods hulp de aan onze zorgen toe vertrouwde medeburgers veel leed en veel zwarigheid kunnen be sparen. In dezen geest dóe ik een beroep op Uwe vergadering en door U op- alle dorpsgenooten, in de wetenschap dat wij allen in Gods hand zijn. in wel spannende, ja enerveerende internationale spannende tijden, aanvaard Gij wederom het bekleeden der openbare functie van lid van den Raad dezer Gemeente. Het is een belangrijke en hoogèt verantwoordelijke functie, wijl Gij daarin geroepen bent de geordende eenheid der ingezetenen van Standdaarbuiten, de Standdaarbuitensche Maatschappij te voeren naar het gemeen welzijn. Dat welzijn is niet het privé welzijn van den een of ander der verbondenen en ook niet de som van aller individueel welzijn, maar is het welzijn dat direct aan Standdaarbuiten als zoodanig ten deel valt en slechts indirect aan de verbondenen in die ge meenschap ieder voor zich. Ja, zeer gemakkelijk kan het gebeuren en het gebeurt herhaal delijk, dat om het gemeene welzijn te bereiken of te bevorderen, privé belangen moeten worden aangetast, prijsgegeven en den inge zetenen persoonlijke offers— soms zware- moeten worden opgelegd. Maar juist daarom is het zich wijden aan de gemeente-politiek Zulk

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1939 | | pagina 7