m 82 De heer van de Sande: Ik hoor hier vaak een herhaling, van wat in de Commissie is gezegd. Dat vindt u niet gek. Nu is er een vraag blijven liggen en ik stel dat hier nog een keer aan de orde. Dat weerhoudt toch niemand om nu daarover te praten? De heer Hermans: Als met de definitieve ontwerpbegroting 1997 wordt teruggekomen in de raad, denk ik dat we dan alsnog de gelegenheid hebben om een juiste keuze te maken. De heer Boqers: In de ontwerp-begroting 1997 werden er 3 scenario's genoemd. Wij hebben ons afgevraagd, welk standpunt uw college zou innemen. Op dat moment was namelijk niet bekend dat er een overschot zou zijn van 2.300.000,-, want dan wordt er waarschijnlijk een heel ander standpunt geformuleerd. Wethouder van Steekelenburq: Bij het Werkvoorzieningsschap gaan de ontwikkelingen net zo snel als bij de gemeente. Het ministerie is momenteel volop in overleg met de schappen. Ten aanzien van de financiering waren er dit jaar heel veel onduidelijkheden. Aanvankelijk was er een meevaller van 2.300.000,-. Later bleek dat 3.100.000,- te zijn, welk bedrag door het ministerie extra wordt nabetaald over 1996. Dat leidt dus tot een overschot over 1996. Het algemeen bestuur is van plan om dat overschot te gebruiken om de financiële problemen over 1997 op te lossen. Door het algemeen bestuur is al aangegeven dat er desnoods een "tekort"-begroting moet worden gemaakt. Over al die punten zal op 7 oktober a.s. de uiteindelijke besluitvorming plaats vinden door het algemeen bestuur van het Werkvoorzie ningsschap. De ontwerp-begroting ligt nu ter discussie. Ze is in de Commissie aan de orde geweest. Als voorzitter heb ik toen nog enige voorzetten gegeven. De commissieleden hebben daar allemaal min of meer instemmend op gereageerd en vervolgens zijn we overgegaan tot de orde van de dag. Het lijkt me niet erg zinvol om hier nu nog een discussie te voeren over een oplossing voor het resterende begrotingsgat van het Schap. De heer van de Sande: De wethouder zegt dat er in de Commissie niemand op heeft gereageerd en eenstemmig is weggegaan. Ik vraag me af, waar dan uiteindelijk de besluit vorming moet plaats vinden. Zeker niet in de Commissie maar in de raad. Ik vind het daarom niet juist dat we een wethouder op pad sturen, zonder dat we uitspreken in welke richting de oplossing dan gezocht moet worden. Ik wil daarom voorstellen om een richting aan te geven. U hebt al gezegd dat er door al de meevallers een ander beeld naar voren komt. Dan zou scenario 3 kunnen gelden, namelijk: over 1996 geen nadelig saldo. De voorzitter: Ik vind dat een dergelijke begroting best geagendeerd zou kunnen worden voor een raadsvergadering, nadat die in de Commissie nadrukkelijk is besproken. Wethouder van Steekelenburq: Scenario 3 ligt nu natuurlijk het meest voor de hand. Het is echter wat lastig om nu hierover te discussiëren omdat het hier niet als bespreekpunt ligt. De stukken onder A worden voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde wordt gesteld, het stuk onder B. Met het voorstel wordt ingestemd. Aan de orde worden gesteld, de stukken onder C. Deze worden ter verdere voorbereiding in handen van het college gesteld. Aan de orde worden gesteld, de stukken onder B. Deze worden voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1996 | | pagina 88