M
81
Aan de orde worden gesteld, de stukken onder A.
De heer Hermans: inzake A 8 met betrekking tot de evaluatie investeringsschema 1996 en
volgende jaren: Kunnen we het verdere verloop tegemoet zien bij de behandeling van de
technische begroting in de maand oktober en kunnen we dan nog actie ondernemen?
Mevrouw Brooiimans-van Waes: Ook wij vragen ons af, hoe de procedure verder verloopt.
Hoe worden de aanvullingen verwerkt, die in de Commissie ter sprake gekomen zijn?
De heer van de Sande: Ook wij vragen ons ten aanzien van A8 af, hoe het verdere verloop
zal zijn. Waarom wordt dit onderwerp bij de ingekomen stukken behandeld en niet als
gewoon agendapunt? Op deze manier kunnen we het onvoldoende sturen.
Ten aanzien van de ontwerpbegroting 1997 van het Werkvoorzieningsschap West-Brabant
(A9) is er op 7 oktober a.s. een overleg tussen het bestuur van het Werkvoorzieningsschap
en de portefeuillehouders van de diverse gemeenten. Er worden drie mogelijkheden
aangegeven om het tekort van 2.500.000,= weg te werken. Volgens mij zou ook de
gemeenteraad moeten worden betrokken bij het zoeken naar een oplossing voor het tekort.
Ik stel u daarom voor, om over de drie voorgelegde mogelijkheden nog eens in de gemeente
raad met elkaar van gedachten te wisselen en daar een besluit over te nemen.
De heer Matthiissen: Door A 8, bij de ingekomen stukken te plaatsen, ga ik er van uit dat we
ons straks niet definitief binden aan deze voorstellen, maar dat we die "sec" met de
raadsvoorstellen kunnen bekijken.
Wethouder van Steekelenburq: In alle Commissies hebben wij met u uitvoerig van gedachten
gewisseld over het geactualiseerde investeringsschema. Als aan alle wensen zou worden
voldaan, zouden we waarschijnlijk onze mogelijkheden te buiten gaan. In het college zijn we
daar nog niet uit. A.s. dinsdag hopen we een aantal keuzes te kunnen maken. In de
commissievergadering van oktober zal daarover met u uitvoerig over van gedachten worden
gewisseld en op 31 oktober a.s. stellen we dan de technische begroting vast. U krijgt dus
ruimschoots de gelegenheid om uw keuzes te maken, waarna zal blijken wat er uit rolt.
De ontwerpbegroting 1997 van het Werkvoorzieningsschap is in de commissievergadering
van september al aan de orde geweest. Ik heb toen uitvoerig geschetst in welke financiële
consequenties het Schap op dit ogenblik geplaatst is. "Gelukkig" is er zeer recent een
nabetaling van het ministerie over 1996 van 3.100.000,-- gekomen. De financiële kou voor
het lopende jaar 1996 is dus van de lucht. Op 7 oktober a.s. zal het algemeen bestuur daar
uitvoerig over spreken. Alle modellen die daarbij een rol spelen, zullen aan de orde komen.
Als daar een definitieve keuze gemaakt zal worden, dan komt dat vanzelfsprekend hier terug
in de raad.
Mevrouw Brooiimans- van Waes: Wordt de technische begroting als apart agendapunt
behandeld of is het een bepaald schema dat we volgen? Hoe wordt dit punt behandeld in de
raadsvergadering? Is de "meevaller" voor het Werkvoorzieningsschap 2.300.000 of
3.100.000,-? In de Commissie hebt u namelijk meegedeeld dat het 2.300.000,- zou zijn.
De heer van de Sande: Ten aanzien van het investeringsschema kan ik de gedachtegang
best volgen. Ik vind het echter raar, dat het voorstel onder de ingekomen stukken is
opgenomen.
Ten aanzien van de behandeling van de ontwerp-begroting 1997 van het Werkvoorzienings
schap West-Brabant in de Commissie, vind ik hierover slechts drie zinnetjes terug in het
verslag. De wethouder had aan de Commissie de vraag kunnen voorleggen, in welke richting
wij de oplossing zoeken.
Mevrouw Brooiimans-van Waes: Een collega- raadslid van de heer van de Sande was ook
aanwezig tijdens de betreffende commissievergadering. Die vraag had toen gesteld moeten
worden.
