57
formuleren, waarbinnen dat beleid zich moet ontwikkelen, dan moeten die randvoorwaarden
toch op geen enkele manier een juridisch misverstand kunnen laten ontstaan.
De voorzitter: U probeert steeds argumenten op tafel te leggen, die ik tot oneigenlijke
argumenten moet verklaren. Hier is evenwel geen sprake van voorwaarden binnen de Wet op
de Ruimtelijke Ordening die op enigerlei wijze consequenties kunnen hebben. Ons college
heeft volledig vertrouwen in een goede aanpak van deze zaak.
De heer van de Sande: Onze angst voor een slechte afloop van deze aangelegenheid komt
voort uit zaken die in de gemeente Wouw de laatste jaren op het gebied van de ruimtelijke
ordening aan de orde geweest zijn en waarbij het gemeentebestuur regelmatig is teruggeflo
ten.
De voorzitter: Dat laatste valt best mee. De nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening verleent
in ieder geval aan de burger meer gelegenheid om rechten uit te winnen. Dit voorstel is naar
onze mening zeer zorgvuldig tot stand gekomen. We gaan uit van twee supermarkten en
daar wijken wij niet van af.
De heer van de Sande: Aan het R.O.-beleid op de locatie "de Bargie" kunnen bepaalde
voorwaarden worden verbonden. De voorwaarden zijn echter veel meer gebonden aan het
vestigingsbeleid, los van die locatie. Die kunnen niet altijd met elkaar worden verenigd en
daar ontstaan dan de fricties.
De voorzitter: Ik stel u voor om over te gaan tot stemming.
De heer van de Sande: Ik stel u voor, om eerst het voorstel van de P.v.d.A. in stemming te
brengen.
Het wijzigingsvoorstel van de P.v.d.A. wordt in stemming gebracht.
Met de stemmen van de Vrije Lijst (4), het C.D.A. (3) en C'70 (1) tegen en van de Partij van
de Arbeid (2) voor, wordt dit voorstel verworpen.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming akkoord met het collegevoorstel, met de aanteke
ning dat de heren van de Sande en Belleter tegen het voorstel zijn.
8. Voorstel te verklaren dat een herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied 1976
Natuurgebieden" wordt voorbereid in verband met (ver)bouwplannen pand/perceel Plantage-
baan 232.
De heer Matthiissen: Ik verbaas met over de snelheid, waarmee de heer Klasema zijn
tekeningen produceert. Als randvoorwaarde hebben wij indertijd gesteld dat er een klein
stukje bijgebouwd mocht worden. Op de door hem voorgestelde wijze zou dit kunnen worden
gerealiseerd. De voorwaarden, waaronder hij zijn expositieruimte twee keer per jaar open wil
stellen, verbazen mij enigszins en komen bij mij nogal twijfelachtig over. Misschien dat u mijn
verontrusting weg kunt nemen.
De voorzitter: Ik heb de heer Klazema meegedeeld dat ik met hem nog eens nader wil
overleggen over de openstelling van zijn expositieruimte. Hij heeft zich daartoe bereid
verklaard. Ik denk dat uw inbreng als raadslid binnen de commissie er toe heeft geleid dat wij
onze bestemmingsplanregels hebben kunnen blijven hanteren en dat waardeer ik.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.