40 De heer van de Sande: Ik ben nog steeds niet overtuigd en ben dus tegen de afhandelwijze van dit voorstel. De heer Hermans: De rest van de raad zwijgt, stemt toe. Dat wil niet zeggen dat wij, gezien het repeterend karakter, wat u zelf aangeeft, ook best wel moeite hebben met het investeren in een soortgelijk geval. Anderzijds zegt u qua zorgvuldigheid moeten we zo werken en ik denk dat dat wel een goede zaak is. Als u in onderhandeling gaat met het buro om in ieder geval het bedrag naar beneden te krijgen dan kunnen we dat alleen maar toejuichen. Voor de toekomst denk ik d&! het een goede zaak is om erover na te denken planschade voorafgaand bij de planopzet in te kaderen in het totale plaatje. De voorzitter: We zullen dat ter harte nemen maar dat hebben we overigens in de commissie ook al een keer aan de orde gehad. Het voorstel wordt vastgesteld onder de vermelding dat de fraktie van de heer van de Sande tegen het voorstel is. 7. Vervallen. 8. Vervallen. 9- Voorstel te verklaren dat een herziening van het bestemminnsplan "Kom Heerie" wordt vonrhp- reid. De heer Hermans: Naar aanleiding van de notitie inbreiden stel ik voor om deze voor de commissievergadering ter inzage te leggen bij de ingekomen stukken en te geven aan de overige raadsleden zodat iedereen exact weet wat nu de afspraken zijn inzake inbreiding. De heer van de Sande: De notitie inbreiding die hebben we in de commissie besproken. Die wordt nergens op de agenda van de raad teruggebracht. Die moet toch eigenlijk bij de ingekomen stukken staan zodat iedereen er kennis van kan nemen en dat de raad daar in zijn totaliteit kennis van neemt. Ik zou zeggen zet hem op de agenda van de volgende raadsveraa- dering. a De voorzitter: We zullen de commissie in ieder geval gelegenheid geven om daarover mede te oordelen en als het nuttig en noodzakelijk geacht wordt dan ziet u het op de raadsagenda verschijnen. Het tempo krijgt zo wel een knauw waarmee wij zaken moeten doen binnen de enkele maanden die ons nog resten. De heer van de Sande: Die notitie is in de commissie besproken en die had op de agenda kunnen staan als ingekomen stuk. De raad neemt er kennis van en de raad heeft daar in zijn totaliteit over geoordeeld. Maar ik mag toch niet aannemen dat het college nu al volop aan de slag is met die notitie inbreiding om een aantal zaken te doen, want die zitten in de loop der tijd besloten, denk ik. De voorzitter: Met de behandeling in de commissie is er nu een concrete aanpak. Het is wel juist wat de heer Hermans vraagt om ervoor te zorgen dat de raad een volledig inzicht houdt in de totaliteit om vervolgens met elkaar na te kunnen gaan hoe die zaken na de commissie dus afgewerkt kunnen worden door het college. De heer Nouws: Bij het vorige voorstel toen kwam al naar voren de onduidelijkheid van het slecht notuleren over hetgeen wat er gezegd is in de commissie en ik denk dat dat bij dit ook weer zo is. Ik denk dat het al gemakkelijker zou zijn als er genotuleerd stond wat er voor opmerkingen gemaakt zijn over die notitie. De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel. u*

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1996 | | pagina 46