35
Misschien dat we met het betreffende bedrijf een meerjaren-afspraak kunnen maken. We
kunnen nu in ieder geval de meest urgente kunstwerken opknappen.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.
16. Voorstel om het perceel M 185 te verkopen aan de erven Kerstens.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.
17. Voorstel om het perceel O 342, conform het beleid inzake de verkoop van landbouwgronden,
te verkopen aan de heer H.M.M. Uitdewilleqen.
De heer Uitdewillegen verlaat de vergaderruimte.
Mevrouw Brooiimans-van Waes: Zijn de door mij in de Commissie gestelde vragen met
betrekking tot de afbouwtermijnen, aanleiding geweest om de verkoopovereenkomst aan te
passen?
Wethouder van Steekelenburq: Inderdaad is in de Commissie het anti-speculatiebeding aan
de orde geweest. Dit beding is alsnog in het koopcontract opgenomen. De koper heeft
hiermee ingestemd.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.
18. Voorstel tot vaststelling van het meerjarenprogramma restauratie rijksmonumenten.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.
18a.Voorstel Harmonie Oranje te Wouw garantie te verlenen voor de betaling van rente en
aflossing van een door haar aan te qane geldlening, groot f. 30.000,--.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.
19. Rondvraag.
De heer Uitdewillegen: Vanmiddag hoorde ik via de radio dat de gemeenten in de Zuid-
Westhoek besloten hadden om de bossen voorlopig tot 2 mei a.s. voor het publiek te sluiten
wegens brandgevaar. Zou het niet verstandig zijn als de gemeente Wouw zich bij een
dergelijke beslissing zou aansluiten?
Kunt u, naar aanleiding van een persbericht, meer duidelijkheid geven over de toepassing
van de Kapverordening in de gemeente Wouw en dan in het bijzonder ten aanzien van de
toepassing voor de agrariërs?
De voorzitter: De strekking van het persbericht, dat er geen antwoord was gekomen op een
correct gestelde vraag, was juist. Een mondelinge reactie had plaatsgevonden. Hierop zou
dan nog een schriftelijk antwoord volgen. Dit is evenwel niet gebeurd. De benadering van de
A.P.V. zoals dit door de heer Nouws gebeurde, bleek inderdaad correct.
Mevrouw Brooiimans-van Waes: De heer Uitdewillegen wekt de indruk dat er gecommuni
ceerd is via de pers. Ik meen me echter te herinneren dat een brief gericht was aan het
college en de raadsleden, en ter kennisname aan de pers. De pers kan daarover schrijven
wat men wil.
y*M
