21 Op basis van de uitkomst van die discussie hebben we het overleg gevoerd ten aanzien van Vinkenbroek. Daarbij heeft C'70 zich altijd gecommitteerd aan die ontwikkeling. Overigens respecteer ik de andere opvatting van de heer Matthijssen. Ik deel echter uw wantrouwen ten aanzien van die ontwikkeling niet. Het feit dat de gemeente Roosendaal c.a., gelet op de groeiklasse 5, voor hele zware opgaven komt te staan om tijdig juiste lokaties te ontwikkelen, blijft nog steeds aan de orde. Qua zoekgebied zal hun aandacht niet uitsluitend gericht blijven op "Vroenhout". Het is niet uitgesloten dat Weihoek, Laagveld en Buikenaar, allemaal in deze volgorde nog in beeld zullen moeten komen. Binnen de gemeente Roosendaal c.a. heerst hier echter nog verschil van opvatting over. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Eist kan ik u meedelen dat wij, in het overleg met de gemeente Roosendaal c.a. ons op gelijke hoogte zullen stellen met het formele gezag van de gemeente Roosendaal c.a. De heer Hermans: De gevoelens van de heer Matthijssen kan ik me best voorstellen. Als er echter geen gemeentelijke herindeling geweest zou zijn, had de gemeente Roosendaal c.a. dit plan ook kunnen lanceren. Tot op heden heeft niemand ons er van kunnen overtuigen, dat de gemeentelijke herindeling een instrument is dat leidt tot verbetering van de omstandighe den. Wij zijn daar verstandelijk mee omgegaan, na het besluit van de provincie. Vervolgens zijn we in goed overleg getreden met de gemeente Roosendaal c.a.. Als we dan de mogelijkheid krijgen om, als ware de gemeente Wouw mede bevoegd gezag, over een structuurvisie van de gemeente Roosendaal c.a. mee te kunnen praten, denk ik dat we daar volledig gebruik van moeten maken. Wij hebben de insteek gekozen om, door middel van de ontsluiting van het streekziekenhuis, zoveel mogelijk uit de gemeentelijke herindeling te halen. Als Roosendaal een dergelijke ontsluiting, die mede Weihoek omvat, met een bouwmogelijk- heid van 2000 woningen, financiert, denk ik dat de gemeentelijke herindeling daar een positieve bijdrage aan kan leveren. We zullen echter naar meer financieringsmogelijkheden moeten zoeken om die ontsluiting waar te kunnen maken. Mevrouw Brooiimans-van Waes: Ten aanzien van het zoekgebied in de "punt" van Vinken broek, zullen we er toch zeker voor moeten zorgen dat daar een groot gedeelte groen van blijft. Wij vragen u om hier speciaal aandacht aan te besteden. In dit verband zouden we ons moeten afvragen hoe groot een "Groene Buffer" zou moeten zijn. Voor wat het C.D.A. betreft zou deze zeker enkele kilometers moeten bedragen. Het is jammer dat de stedenbouwkundige hiervoor geen normen geeft genoemd. De heer Matthijssen: Ik heb wel mijn twijfels geuit over de verdere invulling hiervan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik de milieu- effectrapportage ga tegenhouden. Dan ben ik het eens met de rest van mijn collega's De voorzitter: Ten aanzien van de ontsluiting van het St. Franciscusziekenhuis denk ik dat de inspanning van de gehele raad hiervoor, best de moeite waard is om door u gememoreerd te worden. In dat opzicht denk ik dat de laatste opmerking van de heer Matthijssen in dank aanvaard wordt. Wij blijven uitermate alert bij de verdere ontwikkelingen ten aanzien van het herindelingsproces. Ik denk dat de m.e.r.-rapportage als zodanig, ons heel wat zal leren met betrekking tot o.a. de afstand van "de Groene Buffer tot de bebouwing. De raad gaat zonder hoofdelijke stemming unaniem akkoord met het voorstel.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1996 | | pagina 27