17
discussie met elkaar, de richting en het referentiekader kunnen versterken met betrekking tot
een praktische benadering, dan stelt ons college zich daar in ieder geval voor open. Ik
constateer dat er eigenlijk vrij grote eenstemmigheid is over de waarde van dit stuk.
De heer Hermans: Deze Hoofdcontourennota is in wezen een opvolger van het Structuurplan
Wouw 1988. Daarin werden de inbreidingslokaties "Drankencentrale" en Bergsestraat/
Bernardlaan ook genoemd. Het blijkt dus dat, als we als raad toch alert blijven op die
iokaties, zich een mogelijkheid voordoet om inderdaad aan inbreiding te kunnen gaan doen.
Als dit dan ook een positieve uitstraling geeft naar het groeiklassebeleid, dan denk ik dat het
voor Wouw een hele goede zaak is. Wij zijn hier bijzonder mee ingenomen. Ik denk dan ook
dat we serieus met deze Hoofdcontourennota moeten omgaan zodat, voor wat b.v. Wouw
betreft, de lokatie Buikstraat in eerste instantie serieus aan bod moet komen ten aanzien van
een volgende uitbreiding van de kern Wouw.
Ik ben ook blij dat we, wanneer we bij een uitbreiding van de kern Heerle te maken zouden
krijgen met milieucirkels, in ieder geval de uitbreiding naar een andere richting kunnen doen
uitslaan om de vormgeving van de kern Heerle toch een beter aanzien te geven.
Ik denk dat het een goede zaak is om "de Groene Buffer" te versterken via "t Swert van 't
Schip" en dat we niet kiezen voor uitbreiding van "de Donken". Er zijn dus voor Wouw drie
mogelijkheden voor uitbreiding gegeven. Ik denk dat we een keuze moeten maken en
duidelijk aan moeten geven dat de Buikstraat voor ons de volgende lokatie is.
Mevrouw Brooiimans-van Waes: Het blijkt nu dat wij de enige fractie zijn, die haar teleurstel
ling heeft geuit ten aanzien van de behandeling van dit agendapunt in de commissievergade
ring. Het valt ons op dat u uitgebreid op de nota ingaat en dat is ook hetgeen wij verwachtten
ten aanzien van de Hoofdcontourennota. Dus na vanavond zullen wij wel tevreden zijn.
Wellicht dat er ten aanzien van de ontwikkelingen op het terrein van de "Drankencentrale"
nog subsidies te verkrijgen zijn.
De teverwachten ontwikkelingen ten aanzien van "'t Swert van 't Schip" hebt u juist
genuanceerd. Ten aanzien van de uitbreidingsmogelijkheden van de kern Heerle zijn er wat
beperkingen in verband met milieucirkels. Misschien dat er in de toekomst toch nog
mogelijkheden ontstaan als die milieucirkels worden veranderd.
Met betrekking tot het buitengebied hebt u onze zorg verwoord en er ligt dus geen prioriteit
om het buitengebied aan te passen. Dit in tegenstelling tot wat er bij de "conclusies" is
vermeld. De ontwikkeling ten aanzien van de richtgetallen moeten we niet alleen afwachten
maar, waar mogelijk, ook beïnvloeden. Ook na 1996 zal dat moeten gebeuren.
De heer Nouws: Ten aanzien van de ontsluiting van Wouwse Plantage-West gaat, volgens
mijn informatie, de voorkeur van de bewoners uit naar een ontsluiting richting Kerkstraat. Dit,
uit een oogpunt van verkeersveiligheid. Dan zijn er nog wel meer problemen, maar die zullen
we ongetwijfeld tegenkomen bij de verwerving van de gronden. Met betrekking tot de
zuidzijde van de Plantagebaan ben ik er van overtuigd dat daar veel minder problemen zijn.
Ik zie nog steeds niet de milieuproblemen daar, en die zijn er uit gelaten. Datgene wat de
meeste problemen geeft is er in gebleven.
De heer Matthiissen: Uit uw reactie proef ik dat uw college dezelfde kant op wil als ik. Dus ik
ben daar redelijk gelukkig mee.
De voorzitter: Niet alles in deze Hoofdcontourennota is gekaderd. Er is best wel ruimte om,
aan de hand van concrete plannen, daarover met elkaar in discussie te gaan. Ik hoop echter
ook dat u begrijpt dat wij niet alle vrijheid hebben om het altijd te doen zoals wij zouden
willen dat het ook kan.
Wij zullen extra alert blijven op de inbreng en de ontsluiting van Wouwse Plantage. Ik
herhaal, dat de aanpassing van het bestemmingsplan "Buitengebied" bij ons college niet de
hoogste prioriteit heeft. In de nota staat wel aangegeven dat dat plan aangepast zal dienen te
worden, maar het is de vraag "Op welke termijn?" en "In welke vorm?". Want daar is het
laatste woord nog niet over gezegd.
