-
16
Ik denk dat we daaraan vast moeten houden. Dit zal ook een van de zwaarste motieven
moeten zijn om toekomstige beleidmakers rond deze gemeente, te verplichten vast te
houden aan de opzet van een stad met dorpen. Als de dorpen in de huidige gemeente in de
toekomst gerespecteerd blijven dan zal, denk ik, het grondgebied van de huidige gemeente
Wouw tot in lengte van jaren dienen als de "Groene Buffer" tussen de stedelijke kernen
Bergen op Zoom en Roosendaal. In de toekomst zal blijken dat u vanavond geen vrijblijvend
stuk hebt vastgesteld. Voor de nieuwe gemeente zullen er wat ruimtelijke inrichting betreft,
verplichtingen voortvloeien bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen.
Ik denk dat de prioriteiten, welke u hebt aangegeven, niet verschillen van de richting welke
ons college zou willen bepalen.
De vormgeving van de kern Heerie zou inderdaad wat evenwichtiger moeten worden. In
verband met de aldaar gevestigde bedrijven, liggen er echter nogal wat problemen die dit
momenteel verhinderen.
Ten aanzien van de kern Wouwse Plantage wordt er gepleit voor verdere uitbreiding in
westelijke richting. Hier liggen echter nogal, wat beperkingen met name op het gebied van
milieucirkels, openheid en verbindingszones. Wellicht vormt deze Hoofdcontourennota
aanleiding om, in samenspraak met de nieuwe gemeente, te bekijken of er meer recht
gedaan kan worden aan de prioriteiten, welke de gemeenteraad van Wouw nu daar neerlegt.
Bij de boulevard-achtige aankleding van de Plantagebaan gaat het om een meer esthetische
vormgeving, waarbij aandacht geschonken wordt aan de aankleding van de Plantagebaan.
De door u aangedragen prioriteiten ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling bij de
Buikstraat en het gebied nabij de molen kunnen wij volledig met u delen.
De gronden die de gemeente in eigendom heeft in het bestemmingsplan 't Swert van 't
Schip" zullen in eerste instantie niet aangewend worden voor woningbouw. In relatie tot "de
groene Buffer" zouden we hier echter zeker iets mee kunnen doen. Dat wil evenwel niet
zeggen dat, als de Hoofdcontourennota het referentiekader vormt voor de toekomst, deze
lokatie voor altijd afgeschreven wordt als bouwlokatie.
De teleurstelling van mevrouw Brooijmans over de behandeling in de commissie begrijp ik
niet helemaal. De inbreng van het C.D.A. in die commissie was echter van een dergelijk
indringende technisch-ruimtelijke aard, dat de voorzitter meende meer recht te doen aan die
inbreng door een schriftelijke beantwoording. Van de andere fracties heb ik een dergelijk
geluid niet gehoord. Ik neem dus aan dat de teleurstelling vrij eenzijdig beleefd is. Ik heb in
ieder geval nooit de bedoeling gehad om discussies te beknotten of af te grendelen.
De ontwikkeling rond het gebied van "de Drankencentrale" verheugt ons allemaal enigszins.
Als deze gunstige ontwikkeling zich doorzet, denk ik dat we op termijn een stukje sanering
krijgen in de kem van het grootste dorp van de gemeente. Dit in samenhang met de
ontwikkelingen in de Kloosterstraat. Van onze kant zullen wij er in ieder geval van alles aan
doen om geen belemmeringen in de weg te leggen naar de huidige eigenaren en de mensen
die opdracht gekregen hebben om plannen uit te werken.
Vanuit de provincie is men momenteel aan het onderzoeken, hoe het groeiklassebeleid
bijgesteld zou kunnen worden vooral in de richting van de kleinere gemeenten en de kleinere
kernen.
Tot op dit moment heeft zo'n beleid evenwel nog geen officiële status. De verwachting is
echter dat er een mogelijkheid ontstaat dat anders omgegaan kan worden met richtgetallen
dan tot nu toe. Met die wijziging wordt beoogd, de eigen bevolking beter op te kunnen
vangen. In eerste instantie zou dat dan moeten gebeuren via inbreidingslokaties.
Dit om te voorkomen dat kernen die als dorpen aangemerkt worden, niet te gemakkelijk
verder uitdijen. De vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied" heeft indertijd heel
wat inspanning gekost, hetgeen heeft geresulteerd in een uitstekend bestemmingsplan. Het
streekplan, dat naderhand is vastgesteld is momenteel eveneens in beweging. Daarom zullen
we alert moeten zijn op eventuele wijzigingen. Dit zou ook kunnen betekenen dat we opnieuw
tot bijstelling zullen moeten komen van het bestemmingsplan "Buitengebied". Gelet echter op
de kwaliteit van dit bestemmingsplan, voelen we ons niet extra aangespoord om versneld
weer allerlei dingen om te buigen, die een aantasting zouden vormen voor de agrarische
bedrijvigheid.
Als wij, ten aanzien van de ontwikkeling van de kem Heerie, van mening zijn dat we in