19 Vervolgens zouden we, eerst met de Commissie en vervolgens met de bewoners rond de tafel moeten gaan zitten om de nieuwe huurprijs vast te stellen en te bekijken wat er met de opgelopen huurachterstand gedaan kan worden. Dus niet, zoals het nu is gebeurd: eerst met een voorstel naar de bewoners gaan en dan maar kijken wat de raad ervan vindt. Wij stemmen derhalve niet in met dit voorstel. de heer Janssen: Tijdens het bezoek aan het woonwagencentrum ben ik erg geschrokken van de toestand en de omstandigheden op het centrum. Dit had ik eigenlijk al verwacht. Er is immers nooit onderhoud gepleegd. Daarom had het voorstel in de commissievergadering om de achterstallige huur kwijt te schelden, dan ook mijn instemming, evenals de manier waarop dit volgens de heer Hermans zou moeten gebeuren. Toen indertijd het woonwagenbeleid werd overgeheveld van de regio naar de gemeente, werd afgesproken dat er vanuit de Stichting Buurtwerk Wouw begeleiding zou plaats vinden via het takenpakket Breed Welzijn. Van deze begeleiding hebben wij naderhand nooit meer iets gehoord of gezien. Met het voorstel stemmen wij echter in. In de eerstvolgende commissievergadering zou deze aangelegenheid uitvoerig besproken moeten worden. Wethouder van Steekelenbura: De Vrije Lijst heeft geconstateerd dat er op het woonwagencen trum onderhoud is gepleegd maar niet in die mate zoals we dat met onze andere gemeentelijke bezittingen deden. In dit opzicht is het verdedigbaar om de V.R.O.M.-norm, die er op zou moeten worden toegepast, los te laten. Het centrum zal eerst in een ordentelijke staat moeten worden gebracht waarna een nieuwe huurprijs zou kunnen worden vastgesteld. In dit verband is het terecht om het staangeld terug te brengen tot 60,--. De suggestie van de heer Hermans om het tekort van 36.000,-- te verwerken in de rekening 1994 is inhoudelijk juist. De keuze van ons college om te kiezen voor 1995 was gebaseerd op het feit dat wij het nu behandelen en de rekening 1994 daar niet meer mee wilden belasten. Het onderwerp heeft echter wel betrekking op 1994. De rekening 1994 is nog niet afgesloten. We zouden het bedrag dus nog ten laste kunnen brengen van 1994. De suggestie van de heer Hermans willen we daarom overnemen. Met betrekking tot het "plan van aanpak" moet u niet verwachten dat er op korte termijn een plan ligt dat het woonwagen centrum op een niveau brengt zoals wij dat graag zouden willen. Met het budget dat we daar momenteel voor beschikbaar hebben, zou dat heel moeilijk gaan. Zo spoedig mogelijk zullen wij echter bekijken wat er aan de kwaliteit van het woonwagencentrum verbeterd kan worden, zodat er op een redelijke manier met het staangeld kan worden omgegaan. De suggestie om de speelterreinen op dezelfde manier te behandelen als de speelterreintjes in de andere woonwijken in onze gemeente, is het ovenwegen waard. Op korte termijn zal de omheining worden hersteld. Dat zou binnen het gewone budget moeten kunnen. De komende tijd zullen we met de bewoners voortdurend overleg blijven voeren, düs niet met een beheerder. De P.v.d.A. komt tot de conclusie dat hier bestuurlijk gefaald is. Wij hebben gemeend om de zaak op deze manier aan de orde te stellen. We vonden het niet verantwoord om hier langer mee te wachten. Nu hebben we echter de mogelijkheid om, al is het maar kleinschalig, een nieuwe start te maken. Ik heb er vertrouwen in dat er nu een basis is om verder te werken met deze groep mensen. Begeleiding van de bewoners vanwege de Stichting Buurtwerk, vindt plaats op individuele basis. Een structurele aanpak van het gehele leef- en werkklimaat binnen het woonwagencentrum is er dus niet. Onze verantwoordelijkheid betreft het centrum en die zullen we zelf waar moeten maken. Wethouder Jonkers: Er ligt ook een taak en verantwoordelijkheid voor de huurders. De heer Hermans: In eerste termijn hebben wij gesteld dat wij de V.R.O.M.-norm aan de hoge kant vonden. Dat neemt echter niet weg dat we het bedrag van 60,dat nu gesteld wordt, aan de lage kant vinden.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1995 | | pagina 23