139
precies inhouden? Het voorstel ten aanzien van het ouderenwerk kunnen wij ondersteu
nen. Toch hebben we wel wat zorg over de toekomst van die Stichting. Een soortgelijke
Stichting is in de gemeente Roosendaal ca. niet aanwezig. We zouden graag waarborgen
zien voor de toekomst van deze Stichting zodat ze autonoom verder zou kunnen werken.
De heer Janssen: Dit voorstel heeft onze instemming. Ik denk echter dat het niet zo mag
zijn, dat binnen het Jaarprogramma Breed Welzijn het ouderengebeuren een sluitpost
wordt in de toekomst, doorschuivend naar de W.V.G. In dit voorstel is het acceptabel,
maar ik denk dat we in de toekomst daar toch voorzichtig mee om moeten springen en
dat het niet meer gaat verschuiven.
De heer Eist: Ook wij ondersteunen dit voorstel. Met betrekking tot de maaltijdverstrek
king merkt u in het voorstel op dat, wanneer in de toekomst een verdere stijging van het
aantal maaltijden wordt voorzien, hierover dan vooraf overleg dient te worden gevoerd
met de gemeente. Dit biedt een mogelijkheid om een eventuele verdere stijging af te
grendelen. En dan te bedenken dat de vergrijzing toeneemt, ook in onze dorpen. Wij
vinden dit geen goed standpunt.
Wethouder van Steekelenburq: Ik constateer dat de raad heel breed instemt met de grote
lijnen van het Jaarprogramma.
Evenals mevrouw Brooijmans haalt de Vrije Lijst de differentiatie aan op het subsidieni
veau. Ook ons college heeft die differentiatie hoog in het vaandel staan. Ook wat ons
betreft zou het U.V.V. in de nieuwe gemeente, als een zelfstandige Stichting moeten
kunnen blijven functioneren. In het algemeen geldt dat het ons streven is om zoveel
mogelijk het waardevolle in die stichtingen en verenigingen op allerlei gebied, te behou
den. De signalen die ons daarin bereiken zijn heel positief. Het gesprek dat we onlangs
hebben gehad met de Stichting Ouderen- en Gehandicaptenbelangen Wouw, sterkt ons in
de mening dat zij klaar zijn om als een zelfstandige stichting, ook na de herindeling, de
belangen van de ouderen en gehandicapten in Wouw te behartigen. Datzelfde geldt voor
de bibliotheek en het buurtwerk, ieder op hun eigen specifieke wijze. De opmerking van
ons college met betrekking tot de maaltijdenverstrekking is gebaseerd op het gegeven dat
we dit jaar plotseling werden geconfronteerd met een stijging die buitenproportioneel was.
In goed overleg met de maaltijdendienst en het U.V.V. zijn we gezamenlijk tot de
conclusie gekomen dat een verdere stijging opnieuw moet worden besproken. Dat
betekent dat we op basis van behoeften moeten vaststellen hoeveel groei er nog nodig is.
Door betere criteria te ontwikkelen, denk ik dat we dat goed zullen kunnen beheersen en
dat dit in goed overleg tot een gunstig resultaat kan leiden.
Met betrekking tot het groot onderhoud aan "de Schalm" en "de Spil" zullen we nog
eerder dan me eigenlijk lief is, met voorstellen hiervoor naar u toe moeten komen, om
voor die gebouwen toch nog inspanningen te doen. De onderhoudsrapporten zullen
geactualiseerd moeten worden. Ook voor de nieuwe gemeente kan het instrument van
het Jaarprogramma zijn diensten bewijzen. De verenigingen zullen daar tijdig over
geïnformeerd worden.
Ten aanzien van het inzetten van gelden voor sociale vernieuwing, het jongerenproject, is
er een projectvoorstel binnen gekomen van de Stichting Buurtwerk. Naar aanleiding
daarvan zullen we met een voorstel komen.
Wellicht dat ik u in een volgende commissievergadering kan inlichten over de discussie in
Roosendaal in de commissie W.O.C. met betrekking tot het cultuurbeleid in Roosendaal
en waarin ook de muziekschool ter sprake zal komen.
Met betrekking tot het sluitend maken van de post "Ouderenwerk" willen wij de W.V.G.-
gelden aanwenden voor het zorggedeelte wat daar in zit, zoals maaltijdendienst,
vervoersdienst en de dagverzorging.
De heer Eist: Ik denk dat de stijging van het aantal te verstrekken warme maaltijden
voornamelijk veroorzaakt wordt omdat het aantal te verstrekken maaltijden per persoon is
gestegen van 3 naar 5 per week. Ten aanzien van nieuwe gevallen vind ik "afgrendelen"