127 komen en dat is, lijkt mij, juist in die periode van die 3 maanden. Voor de beeldvorming is het ook goed om zaken niet door elkaar heen te halen. U moe. zich daarom realiseren dat bij de argumentatie en de motivatie m.b.t. de herindeling twee aspecten een rol spelen, nl. het bestuurlijke aspect en het planologische aspect. Wij zullen te zijner tijd moeten nagaan of de provincie al dan niet begrip heeft voor onze benadering hiervan. In uw argumentatie wordt door u ook verwezen naar de uitkomst van de herindelingsbesluiten in Noord-Oost-Brabant. Hierbij wil ik echter opmerken dat, tussen het moment van de start van de discussie rondom de herindeling en het moment waarop we nu zijn aanbeland, een hele kentering in het denken rondom bestuurlijke vernieuwing en bestuurlijke organisatie is gekomen, welke enige jaren geleden nog niet speelde. De provincie gaat er dan ook van uit dat met de actualiteit rekening moet worden gehouden en niet met de uitgangspunten die werden gehan teerd bij de start van de Brabantse herindelingsoperatie. Een verwijzing door ons naar gemeen ten als Lith, Grave of Berkel, is voor de provincie dan ook geen argument. Ik voel er daarom het meest voor, dat u als politieke partijen uw eigen politieke verantwoordelijheid neemt en probeert om in goed contact te komen met de eigen provinciale en landelijke politieke vertegenwoordi gers. De reactie kan dan straks medebepalend zijn voor de vraag hoe we met de discussie moeten omspringen. Laat u een en ander echter niet weerhouden om dat te doen, wat u vindt wat u moet doen, want u moet, wat ik doe, niet maatgevend laten zijn voor wat u vindt wat u moet doen. U moet vooral dat doen waarvan u vindt dat het gedaan moet worden om uw eigen opvattingen zoveel mogelijk voor het voetlicht te brengen en de belangen van de gemeente Wouw daarin te behartigen. Als er, ook in financieel opzicht, ondersteuning nodig zou zijn om in dit kader activiteiten mogelijk te maken, dan ben ik, met anderen, van opvatting dat dat het meest centraal en gebundeld zou moeten gebeuren via een verzoek van de Stichting Wouw Promotie. In alle redelijkheid zullen we dat verzoek dan bekijken. De heer Matthiissen: Ik wil met het indienen van de motie wachten tot het definitieve voorstel van Provinciale Staten bekend is. De heer van de Sande: Het is een goede gedachte om de politieke partijen ieder hun eigen weg te laten bewandelen door actie te gaan ondernemen. Daarna zullen we weer als eenheid naar buiten moeten treden om zo gezamenlijk verder te gaan. De heer Boaers: Ook wij zijn van mening dat, als de tijd er rijp voor is, we als gemeenteraad een geluid moeten laten horen. De heer Hermans: Ik heb vernomen dat de provincie momenteel een onderzoek instelt naar de woningbehoefte rondom Roosendaal. Zijn hier al nadere gegevens over bekend? Kunnen we alsnog proberen om een juist verslag van het overleg dat u hebt gehad met Gedeputeerde van Nistelrooij, boven tafel te krijgen? Wij zijn blij dat de oproep van de Vrije Lijst aan de politieke partijen om bij hun besturen nogmaals de herindeling van westelijk Noord-Brabant aan de orde te stellen, wordt gehonoreerd. Met betrekking tot de door de heer Matthijssen in te dienen motie, wachten wij de verdere ontwikkelingen af. Tenslotte hopen wij, dat het door de provincie te presenteren herindelingsplan, ten gunste van de gemeente Wouw uit zal vallen. De heer Joachems: Momenteel zijn we over deze kwestie al in contact met Tweede Kamerleden waarvan we spoedig een reactie hopen te krijgen. Dit contact is echter niet tot stand gekomen dank zij de Vrije Lijst, zoals door de heer Hermans wordt gesuggereerd. De voorzitter: Tot nu toe hebben we hierover één helder en duidelijk geluid laten horen. Laten we dat ook vooral zo houden. Als u gaat praten met uw politieke partijen, wilt u er dan vooral om vragen geen verkiezingspraatjes te houden, en niet een zogenaamde sfeer van welwillend heid uitstralen. Maar zegt u vooral wat u er van vindt en achter welke benadering u gaat staan. Naar aanleiding van het door de provincie in te stellen onderzoek naar de woningbehoefte

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1993 | | pagina 142