1
- 158 -
Automatiseringsbeleid. Ondanks de discussie van afgelopen maandag over dit
onderwerp ben ik toch nog niet helemaal tevreden met het door u gegeven
antwoord. In onze algemene beschouwingen heb ik een paar vragen gesteld die
voor mij erg ondoorzichtig waren, vooral met de bedoeling welke kant we nu
op willen gaan. We willen PC's aanschaffen; we hebben een centrale computer,
maar ook valt de vraag ten aanzien van de G.B.A., of we dat op het centrale
ccmputergedeelte kunnen zetten, en de rest kunnen aanvullen met PC's of een
ander systeem dat goedkoper is. Kunt u terzake een duidelijker antwoord
geven? Ook over de financiële verzwaring ten aanzien van de kortere
afschrijvingstermijn denk ik dat deze verzwaring ook in een termijn van
zeven a acht jaar kan plaatsvinden wanneer blijkt dat de apparatuur na drie
jaar zodanig is dat deze vervangen moet worden. De financiële last bij de
huidige wijze van afschrijving zou dan ook zwaar zijn, want die drukt dan
steeds op de bestaande apparatuur terwijl die in wezen niet meer gebruikt
zal worden. Ik heb niet gezegd dat de afschrijving, die door het bedrijfs
leven gekozen wordt, niet toegepast moet worden, maar ik heb er op willen
wijzen dat het een mogelijkheid was en dat daar misschien een afweging in
gemaakt zou kunnen worden.
Personeel en organisatie. Waar wij gewezen hebben op het werk van een
toeristisch beleidsmedewerker, daar zou ik willen vragen om te bezien of het
op dit moment mogelijk is terug te komen op de afspraak die twee jaar
geleden gemaakt is. Er zijn door de beleidsmedewerker de afgelopen jaren een
aantal werkzaamheden gedaan, omdat dat werk er lag. Op dit moment zijn die
werkzaamheden zo ver afgerond, dat er tijd vrij komt om dan alsnog, met het
oog op de krappe personeelsbezetting, die afspraak te handhaven en andere
werkzaamheden in te passen.
Ten aanzien van de WV-servicepost en de receptie heeft u aangegeven dat er
eigenlijk nog niets definitiefs is. Ik denk dat het op zich geen slechte
zaak is om een tijdje te proberen of deze combinatie mogelijk is, maar ook
dat u aangegeven heeft dat er eventueel nog een weg terug is. Na één of twee
jaar zouden we dan, indien nodig, voor een andere opstelling kunnen kiezen.
Aangaande subsidiëring van verenigingen naar basis van inkomsten wordt er
wel wat meer duidelijkheid gegeven, maar wij wachten eigenlijk toch nog de
verdere ontwikkelingen af. zegt dat voor een aantal verenigingen de
nullijn wordt gehandhaafd, maar deze geldt dan voor het totaalbeeld en niet
naar de vereniging op zich toe, zodat toch wel de nodige verschuivingen
plaats kunnen gaan vinden. Ik zou willen vragen daar een grote mate van
voorzichtigheid mee te betrachten; het mag zeker niet zo zijn dat de ene
vereniging zich "verrijkt" ten koste van de andere vereniging.
De voorzitterIk ben me er van bewust dat de beantwoording van uw kant
verwarringwekkend was omdat ik zei dat het voor verenigingen aan de ene kant
eigenlijk niets uit zou maken en aan de andere kant dat de nullijn gevolgd
zal worden. Zoals u het nu voorstelt, zit er ook die verwarring misschien
toch in. U zegt namelijk de nullijn te accepteren van het college, terwijl u
ook vindt dat de ene vereniging zich niet mag verrijken ten opzichte van de
andere vereniging. We maken misschien allebei dezelfde fout: als er voor
geen enkele vereniging iets mag veranderen én de nullijn moet worden gehand
haafd, dan kunnen we beter niets doen. Het moet dus zijn, zo heb ik het
bedoeld, dat de subsidie-uitgaven in totaliteit op hetzelfde niveau moeten
blijven, dus dat daarvoor de nullijn gehandhaafd blijft, maar als het
subsidiebeleid in 1989 wordt bekeken, zal dat toch betekenen dat de één wat
meer krijgt als de ander.
De heer van de Sande: Het is dan misschien het overwegen waard om een gelei
delijke verschuiving plaats te doen plaatsvinden in plaats van een schoks
gewijze invoering omdat de verenigingen toch de kans moeten krijgen om in te
spelen op de gewijzigde situatie. Ik bedoelde dus ook met verrijking dat men
plotseling van de één op de andere regeling overgaat