M
-150-
Na een felle discussie van de heren Hellegers en van Hasselt over het
wel of niet beantwoord zijn van een vraag van laatstgenoemde besluit de
raad zonder hoofdelijke stemming accoord te gaan met het voorstel van bur
gemeester en wethouders. De heer Hellegers wordt geacht te hebben tegen
gestemd
Het amendement van de heer Hellegers wordt door geen enkel ander lid
ondersteund, zodat het niet in stemming wordt gebracht.
16Nota betreffende de bouw van kantines ten behoeve van sportverenigingen.
De heer Boden begint zijn betoog met te zeggen dat in het jaaroverzicht
van 1977 reeds melding werd gemaakt van de goedkeuring welke burgemeester
en wethouders gehecht zouden hebben aan de bouw van een kantine voor de
VV. Rimboe in Wouwse Plantage. Ook prijkte de kantine volgens hem altijd
hoog op de prioriteitenlijst. Op advies van de begrotings- en rekening
commissie besloot de raad de kantine van 1981 naar 1980 te brengen.
Dit getuigt volgens hem van een positieve instelling ten opzichte van
de bouw, waarbij de financiële aspecten zeker niet uit het oog zullen zijn
verloren, gezien de draagkracht van een vereniging als Rimboe."
De stelling in de nota dat een kantine een luxe zou zijn komt bij hem
vreemd over en is zijns inziens ook nog nooit door dit college aldus
opgevat
Hij is het dan ook niet eens met de voorgestelde algemene uitgangspunten
die 75% van de kosten voor rekening van de vereniging willen laten komen.
Dan zal de bouw van een kantine niet nodig zijn. Gezien het verschil in
behoefte stelt hij een afzonderlijke beoordeling van elke aanvrage voor.
Door deze uniforme richtlijnen komen de kleintjes nooit aan de slag.
Met dit eerste gedeelte van de nota kan hij niet accoord gaan.
De heer Joachems vindt het een goede nota, waar hij achter kan staan.
Doordat de gemeente zelf bouwt kunnen vele kosten bespaard worden. Bij
punt f. vraagt hij of aanmelding ook betekent dat het werkvoorzienings
schap een deel van het werk zal realiseren en zo ja, of de bouw dan niet
lang zal duren gelet op de aard van het werk van het werkvoorzieningsschap.
Mevrouw Kemperman- de Vet kan instemmen met de nota. Naar haar mening opent
dit voor de verengingen in de kleine kernen de mogelijkheid om een goede
kantine te bouwen.
Zij vraagt of er met de verenigingen overleg is gevoerd en of het mogelijk
is om in de kleine kernen het Werkvoorzieningsschap in te schakelen ten
einde zo goedkoop mogelijk rond te komen.
De heer Bogers heeft in de nota enige vraagpunten ontdekt die niet
helemaal duidelijk zijn. Hij noemt in dit verband de in de nota genoemde
matiging in relatie tot subsidieverhoging. Vervolgens het ontwerpen van het
plan en het toezicht op de bouw in relatie tot het feit, dat de bouwkosten
voor rekening van de gemeente komen.
Algemene uitgangspunten acht hij vooral voor de verenigingen in de
kleine kernen moeilijk realiseerbaar. De kantine-opbrengst zal erg hoog
moeten zijn om de kapitaalslasten en het onderhoud op te kunnen brengen.
Het zal dan meer gaan lijken op een gesubsidieerd horeca-bedrijf
aldus de de heer Bogers. Voor de kleinere verenigingen zal naar zijn mening
een andere regeling moeten gelden of zal een beoordeling per geval nodig zijn.
Als deze nota wordt aangenomen, vraagt hij zich af of de verenigingen
die in de gelegenheid zijn om op hun complex een kantine te bouwen niet
in het voordeel zijn. Wat gebeurt er bv. met verenigingen die in een zaal
gevestigd zijn. Volgt daarvoor een subsidie-aanpassing? Volgens hem ont
staat er dan weer strijd met de voorgestelde matiging.