-148-
De heer van Hasselt vraagt of het amendement niet gesteund moet worden,
alvorens het in stemming wordt gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van
bugemeester en wethouders.
15. Voorstel tot het vaststellen van nieuwe tarieven voor de reinigingsrechten
per 1 januari 1981.
De heer Jonkers vraagt of het bedrag van 70,per emmer het minimum
is dat door de minister is vastgesteld. Het inleveren van 1 zak per week
levert geen 70,op. Hij vraagt hieromtrent enige duidelijkheid. Met
het amendement wil de heer Hellegers volgens hem de populaire jongen uit
hangen. Wanneer het amendement wordt aangenomen betekent dit voor de burgers
die 1 zak per week inleveren naar zijn mening 0,50 per jaar voordeel en
voor hen die er 2 per week inleveren 1,per jaar voordeel. Dit komt mis
schien, omdat dit kiezers zijn en bij de woonforensenbelasting niet, aldus
de heer Jonkers.
Hij vindt een tariefsverhoging van 5% niet aan de hoge kant. Wanneer men
voorzieningen wil, zal er geld voor nodig zijn. Daarnaast is het verlies
van de reinigingsdienst ondanks deze verhoging van 5%, groter geworden.
De heer Jonkers vraagt of, voor vuilniszakken niet het 4%-B.T.W. tarief
geldt. Naar zijn mening behoren deze tot de primaire levensbehoeften.
Vorig jaar is volgens hem reeds toegezegd dat dit zou worden nagegaan. Ook
zou worden nagegaan of de vergoeding voor de winkeliers bijgesteld zou kunnen
worden. Voor hen stijgen de kosten voor opslag ook steeds. Hij verzoekt
deze beide zaken nog eens serieus te bekijken.
De heer Hellegers, zegt dat bij de beraadslagingen over dit onderwerp en het
vorige voorstel de wijsheid ontbreekt. Het dienen van het algemeen belang
van de eigen gemeenschap wordt schade aangedaan. Aan de ene kant wordt er
aan inwoners van andere gemeenten geld cadeau gedaan door trendmatige verho
gingen niet toe te passen, terwijl aan de andere kant bij de reinigingsrechten
de eigen gemeenschap moet opdraaien voor hetgeen men daardoor binnen had
kunnen halen.
De laatste jaren zijn de reinigingsrechten volgens hem altijd al met het
maximale toelaatbare aangepast. Dit jaar worden de particuliere inkomens
fiks gematigd en de overheid loopt voorop om de tarieven aan te passen, ter
wijl mensen die niet hier wonen, geld cadeau wordt gegeven.
Hij is zich bewust van het feit, dat de reinigingsdienst geld kost maar
het gaat hem om een zaak van eerlijkheid en rechtvaardigheid ten opzichte
van de mensen. Een extra verhoging van de woonforensenbelasting had deze
mindere stijging kunnen opvangen.
Voorts vraagt hij zich af of er niet bezuinigd kan worden op de uitgavenkant.
Een sterke verhoging van de kosten voor egaliseren en afdekken en huur van
de bulldozer valt hem hierbij op. Ook over de wijze van berekening heeft hij
zijn twijfels. Elk jaar wordt er uitgegaan van 115.000 zakken, terwijl het
aantal inwoners toeneemt. Als het aantal zakken niet toeneemt vraagt hij
zich af waarom er een halve dag per week meer gereden moet worden.
Hij is van mening dat men af moet stappen van het automatisme "öm jaarlijks
de rechten aan te passen. Vandaar zijn voorstel om de verhoging van de zakken
te verlagen van 5% naar 3,2% terwijl voor de containers wel een verhoging
van 5% wordt toegepast om de achterstand van 1978 in te halen.
De heer Bogers heeft weinig problemen met het voorstel. Hij vraagt of de uit
breiding van de ophaaldienst verband houdt met de uitbreiding van de ge
meente. Aan de heer Hellegers vraagt hij wat het verschil is tussen automa
tisme en trendmatige verhoging.
I
s»