*1 -146- De heer Hellegers stelt zich kandidaat voor de commissie. De heer Boden stelt de heer Nouws kandidaat om in de begroting- en reke ningscommissie te worden gekozen. De heer Bogers zegt dat wat de voorzitter nu doet, in strijd is met de redactie die zojuist is vastgesteld. De voorzitter zegt dat eerst de redactie moet worden gewijzigd en dat daar na de leden door de raad moeten worden gekozen. Van benoeming is geen sprake. De heer Bogers vraagt, wat er gebeurt als de raad erop tegen is, dat bv de heer Hellegers in de commissie komt. De voorzitter zegt, dat het dan niet gebeurt. In de vorige vergadering is be- sloten dat burgemeester en wethouders hieromtrent met een voorstel zullen komen. Dit belet overigens niet, dat men tegen kan stemmen, aldus de voorzit ter. Wanneer men er bezwaar tegen heeft, dat 'n eenmansfractie in de commissie komt, hoeft men daar niet aan mee te werken. Vervolgens vraagt hij wie er stemming verlangt. De heer Bogers zegt dat dat een punt is van het reglement van orde. Vervolgens gaat de raad over tot stemming, waarbij de heren Joachems en van Hasselt worden benoemd tot stemopnemers Na stemming blijkt dat er 24 stemmen zijn uitgebracht, waarvan 9 op de heer Hellegers, 7 op de heer Nouws, 2 op de heer Boden en 6 blanco, zodat de heren Hellegers en Nouws zijn benoemd tot leden van de begrotings- en rekenings commissie 14Voorstel tot verhoging van de tarieven van de woonforensenbelasting De voorzitter deelt mede, dat er een amendement on het voorstel is ingediend door de fractie van de P.v.d.A. De heer Hellegers zegt dat het hier om mensen gaat die een tweede woning hebben in de gemeente Wouw en waarvoor geen uitkering wordt verkregen uit het gemeentefonds. Het gaat derhalve niet om de minsten in onze samenleving, al dus de heer Hellegers. Daarnaast zijn het volgens hem mensen, die eigenlijk een stukje woning aan de gemeenschap onttrekken. Anders zouden deze woningen door anderen, die nog geen woning hebben, gekocht kunnen worden. Wat hem verbaast, is de laagte van het bedrag. Hij vraagt of er wel genoeg gecontroleerd wordt en om hoeveel woningen het gaat. Hij verbaast zich nog meer over het feit dat de tarieven sinds 1974 niet meer zijn aangepast, ter wijl dit wel is gebeurd met de tarieven voor de inwoners. Hij vraagt zich af waarom de tarieven niet geïndexeerd zijn, omdat tegenover de belasting wel een stijging staat van de lasten voor de gemeente voor deze mensen Voor de berekening van de tarieven is hij in zijn amendement uitgegaan van de prijsindexcijfers van de laatste jaren. Voor het jaar 1980 is hij uitgegaan van een stijging met 5% overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de reinigingsrechten. Op deze wijze komt hij op een in dexcijfer van 145,8 ten opzichte van 1974. Hij stelt voor de tarieven met 45% te verhogen, temeer daar de belastingplichtigen, in feite een inkomensvermeer dering hebben genoten door deze late bijstelling van de tarieven. Door deze extra opbrengst zou wellicht de stijging van de reinigingsrechten verminderd kunnen worden. Tenslotte vraagt hij of burgemeester en wethouders bereid zijn om in de komen de jaren de tarieven wel trendmatig aan te passen.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 63