ia
-145-
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11. Voorstel tot het verdagen van de beslissing op het beroepschrift van
de heer P.M.C. Willems te Kalmthout tegen het weigeren van een bouw
vergunning^
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming tot het verdagen van de
beslissing.
12. Voorstel tot het aanwijzen van de Commissie Ruimtelijke Ordening voor
het horen van belanghebbende, als bedoeld in artikel 390, lid 3 van de
Bouwverordening voor de gemeente Wouw.
De heer Jonkers had liever gezien dat de commissie Ruimtelijke Ordening
eerder was ingeschakeld, namelijk toen de bouwaanvrage werd ingediend.
Naar zijn mening was het gevaar dan ook niet zo groot geweest dat hij
in beroep gegaan zou hebben.
De heer Luijsterburg zegt dat de raad een oordeel wordt gevraagd over iets
wat zij niet kan beoordelen. Hij kan nergens uit opmaken om wat voor be
drijf het gaat. Hij vraagt waarom de overige stukken niet ter inzage lagen.
Daarnaast is hij het met de heer Jonkers eens, dat de aanvrage om advies
in de commissie Ruimtelijke Ordening had moeten komen.
De voorzitter zegt dat alle voorafgaande correspondentie ter inzage ligt
voor de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening.
De aanvrage is nooit in de commissie gebracht omdat het voor burgemeester
en wethouders zo'n evidente zaak was dat de aanvrage moest worden afgewezen.
Daarnaast zou het nu niet terecht zijn om de commissie de heer Willems
te laten horen als burgemeester en wethouders de commissie al hadden ge
hoord. De commissie zou dan al een standpunt hebben ingenomen en
vanuit dat standpunt de heer Willems hebben gehoord.
Het beoordelen van bouwvergunningen is een taak van burgemeester en wet
houders. Ook in de laatste vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening
is hierover reeds gesproken en is gesteld dat aanvragen om een bouwvergunning
voortaan niet meer in de commissie zullen worden behandeld.
Hij is het met de heer Jonkers eens, dat de kans dat iemand in beroep gaat,
afneemt wanneer de commissie in de zaak is gekend.
De heer Luijsterburg merkt op, dat hij moeilijk de zaak aan de commissie
kan delegeren, wanneer hij geen inzage heeft gehad in de stukken.
De voorzitter stelt dat in dit voorstel alleen gevraagd wordt om de com
missie Ruimtelijke Ordening aan te wijzen om de heer Willems te horen.
De zaak wordt niet gedelegeerd aan de commissie. De heer Willems moet
volgens de Bouwverordening gehoord worden en aangezien er in de gemeente
Wouw nog geen beroeps- en bezwaarschriftencommissie is, zal er een orgaan
moeten worden aangewezen om dit te doen. Wanneer dit horen achterwege wordt
gelaten, is dit een vormfout en kan dit het verlies van de procedure beteke
nen.
Tenslotte stelt hij dat de commissie alleen maar hoort, de beslissing op
het beroepsschrift blijft een bevoegdheid van de raad. Deze zaak komt der
halve nog een keer terug in de raad.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de commissie Ruimtelijke Orde
ning aan te wijzen.
13. Voorstel tot het wijzigen van de Algemene Commissieverordening.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming accoord met de voorgestelde wijzi
ging van de redactie.
I
I
jm