-88-
Tenslotte zegt hij, dat de raadsleden, die belangstelling hebben voor de
avondfietsdriedaagse van de R.T.C. Zomerlust, zich hiervoor na de vergadering
kunnen opgeven bij de secretaris.
Overzicht van de ingekomen stukken.
De heer Hellegers vraagt wat de urgentie is van het bestemmingsplan buiten
gebied
De heer Joachems zegt het eens te zijn met de mening van burgemeester en
wethouders inzake het bestemmingsplan buitengebied.
Aangaande punt 16 stelt hij in te kunnen stemmen met de inhoud van de brief,
maar niet met de voorstellen, die in de brief zijn genoemd.
De heer Boden zegt terzake van punt 16 dezelfde mening te zijn toegedaan als
de heer Joachems
De heer Jonkers vraagt naar aanleiding van punt 6 of er in de gemeente Wouw
een nota is aangaande het winkelbestand in de gemeente.
De heer Matheusen zegt in te kunnen stemmen met de laatste alinea van de brief
van Fauna-beheer betreffende de jacht in de gemeentebossenOok hij vindt dat
bepaalde percelen bos gedurende gedeelten van het jaar met rust gelaten moeten
worden, vooral in het broedseizoenHij wil hier bij de behandeling van het
beheersplan nog op terugkomen
De voorzitter zet de argumenten uiteen die geleid hebben tot een afwachtende
houding inzake realisering van het bestemmingsplan buitengebied. Vooral het
kostenaspect weegt daarbij zwaar door.
De vraag van de heer Jonkers ten aanzien van het winkelbestand doet hij af met
te zeggen, dat er geen vestigingsregels zijn in Wouw. Een en ander kan geregelc
worden via de voorschriften van een bestemmingsplan, doch in de oude plannen
voor de bebouwde kom komen deze regels nog niet voor.
In een vrij land met een vrije ondernemingsgeest zijn beperkende overheids
voorschriften moeilijk denkbaar, aldus de voorzitter, hoewel hij erkentelijk
is voor de opmerkingen van de heer Jonkerswaar deze doelt op de bescherming
van de middenstand.
Wethouder Matthijssen stelt dat in de voorwaarden, behorende bij het pacht-
contract staat vermeld, dat het onderhoud van de bossen normaal doorgang vindt.
Het was de heer Roozeboom bekend, aldus wethouder Matthijssen, dat het beheers
plan moest worden uitgevoerd, al had dit misschien het laatste jaar wel iets
netter en geregelder kunnen gebeuren. Van de andere pachters zijn naar zijn
mening nooit klachten ontvangen. Het lijkt hem in dit verband beter het toe
zicht te verbeteren, dan de pachtprijs te verlagen, temeer daar deze prijs
contractueel vast ligt.
De heer Hellegers vraagt of er een wettelijke urgentie is voor het bestemmings
plan buitengebied.
De voorzitter zegt dat dit niet het geval is.
De heer Boden merkt op dat de omstandigheden voor de heer Roozeboom slechter
zijn dan die voor de andere pachters waren. De heer Roozeboom heeft zijn prijs
gebaseerd op de situatie van weleer, aldus de heer Boden. Nu het onderhoud van
de bossen frequenter wordt uitgevoerd lijdt de heer Roozeboom zijns inziens
wel schade.
Wethouder Matthijssen ontkent het door de heer Boden gestelde niet, maar blijft
hij zijn mening dat bepaalde werkzaamheden op voor de jacht ongunstige tijd
stippen moeten worden gedaan en ook altijd zijn gedaan.