-140- De heer Matheusen is ook blij met het voorstel. Hij vraagt welk percentage verwacht wordt dat de provincie bij zal dragen en wat er gebeurt als de provincie deze bijdrage weigert. Ook wil hij weten wat de bijdrage van het kerkbestuur is en of het raam nu eigendom is van de kerk of dat het nog steeds in bruikleen is. Gezien het bedrag, dat beschikbaar gesteld wordt, vindt hij een storm- verzekering zeker op zijn plaats. Tenslotte vraagt hij of het juist is, dat het bedrag dat krachtens de Verfijningsregeling beschikbaar gesteld wordt, afgetrokken moet worden van de gemeentelijke bijdrage. De voorzitter zegt dat het bedrag dat via de Verfijningsregeling wordt verkregen, geen eenmalige uitkering is. Dit moet uitgesmeerd worden over ongeveer 25 jaar, zodat na afloop nagenoeg niets ten laste blijft van de gemeente. De opmerkingen over de stormverzekering zegt hij te willen overbrengen aan het kerkbestuur, ondanks het feit dat de nu gekozen constructie stormbestendig zou moeten zijn. De percentages ten laste van kerkbestuur en provincie bedragen 10% voor elk der instanties. De complimenten voor de ambtenaren vindt hij terechtvooral voor de secretaris, die met nimmer aflatende volharding getracht heeft het bedrag snel los te krijgen van C.R.M. De vertraging waarover de heer Joachems sprak, was gelegen in het feit, dat de Dienst Monumentenzorg niet zo snel rond was met de technische uitvoering van het plan. De heer Joachems merkt op, dat de tussenkomst van de secretaris hem niet bekend was. Nu dit wel zo is, dankt ook hij hem voor zijn inbreng. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad het gevraagde krediet beschik baar te stellen. 9Gewestelijke bouwsteen voor het provinciaal afvalstoffenplan. De heer Luijsterburg merkt op, dat er in het plan een aantal gifstoffen worden genoemd. Onder deze gifstoffen vallen ook spuitmiddelen. Ten aan zien hiervan zegt de laatste alinea dat de verwachte ontwikkeling niet bekend is. Dit houdt naar zijn mening in dat deze spuitmiddelen bij de bedrijven blijven en vroeg of laat illegaal worden geloosd. Het bevreemdt hem dat niet in het plan is vermeld dat deze gifstoffen ingeleverd kunnen worden, zoals dit voorheen volgens hem ook al eens is gebeurd. De heer Jonkers vindt de voorgestelde reactie nogal kort. Hij vraagt zich af of burgemeester en wethouders zich wel goed bewust zijn van de gevolgen van het plan. Voor de gemeente Wouw houdt dit in, dat zij tot 1984 kan storten. En wat denkt zij dan te gaan doen, aldus de heer Jonkers. Bij het zoeken van een nieuwe locatie zal elke gemeente over leg moeten voeren met het streekgewest en andere gemeenten. Het eenzijdig opsporen en aanwenden van een stortplaats is niet meer toegestaan. Het plan spreekt in deze ook van gewestelijke stortplaatsen. Voor op de "solo-tour" gaande gemeenten zal geen vergunning meer worden afgegeven, aldus de heer Jonkers. De heer Joachems vindt dat de bouwsteen onvolledig is en wel degelijk aanleiding geeft om opmerkingen te maken. Naar zijn mening wordt het tijd, dat de rijksoverheid met concrete plannen komt om het vuilver- werkingsgebeuren op te lossen. Op dit moment is het volgens hem een grote puinhoop. Hij mist in het plan een beleid, zoals hij dat ten aanzien van de afvalverwijdering altijd al heeft gemist. Dit beleid verdient een hoge prioriteit, mede gelet op de vele illegale stor tingen en het ontbreken van een gecontroleerde stort op de vele stortplaatsen.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 57