-124- Hij stelt voor het storten te staken, totdat het nader onderzoek wat meer duidelijkheid heeft verschaft in deze zaak. De voorzitter spreekt zijn erkentelijkheid uit over het uitgesproken ver trouwen in het beleid van burgemeester en wethouders. Niettemin is ook hij van mening dat bij het verstrekken van informatie over dit soort zaken al tijd overwogen moet worden hoever de informatie moet strekken. Hij vraagt zich af of het verstandig is om met beperkte deskundigheid over zaken te spreken die nieuwe ongerustheid teweeg kunnen brengen. Daarvoor is de materie te complex. Hij blijft erbij dat voorlopig de zaak nog niet zon vaart zal lopen. Deze conclusie lijkt hem gerechtvaardigd na het tweede ge sprek dat met de deskundigen heeft plaatsgevonden. In dat tweede gesprek zijn de volgende afspraken gemaakt: Er zal een beperkt onderzoek komen aan de rand van de put, teneinde de af stroom te onderzoeken. Dit onderzoek zal geschieden door het Waterleiding laboratorium Zuid en zal betaald worden door de gemeente Wouw. Van deelne ming in de kosten door provincie of rijk is voorlopig nog geen sprake, om dat er geen accute noodzaak aanwezig is. Ook voor een onderzoek door het Rijksinstituut voor de Drinkwatervoorziening zal die noodzaak moeten worden aangetoond. Volgens voorlopige ramingen zul len de kosten ongeveer 3.000,bedragen. In een gesprek met de gemeente Roosendaal en Nispen en de N.V. Philips zal de mogelijkheid worden bezien om beiden deel te laten nemen in de kosten van dit onderzoek en een eventueel volgend onderzoek.Buiten de Hinderwet is ook de Wet Verontreiniging Opper vlaktewater van belang, omdat volgens de jurisprudentie opborrelend grondwa ter valt onder de term: oppervlaktewater. Of de N.V. Philips in het bezit is van een draaiboek is hem niet bekend, om dat de gemeente Wouw geen directe relatie heeft met deze firma. In een gesprek met de directie van de N.V. Philips zullen de mogelijkheden om de storting te beperken worden bezien. Het stopzetten van de storting is ver zocht aan de N.V. Philips, evenals een antwoord op de vraag hoe de resultaten van het monster zich verhouden tot de opgave van de N.V. Philips. Volledigheidshalve merkt hij nog op dat er geen relatie te leggen is tussen de resultaten van de monsters en de opgave van N.V. Philips omdat de monsters uit gaan van het aantal mg. per liter drinkwater en de opgave van de N.V.Philips van het aantal mg. per kilo gestort afval. Burgemeester en wethouders vonden het niet verstandig om het cijfer bekend te maken, omdat het monster getrokken is direct naast het gestorte afval in een put die geen dienst doet voor de drinkwatervoorziening. Middels het nader on derzoek zal nu moeten blijken of het kwik zich door afstroom verplaatst naar een gebied waar wel drinkwater wordt onttrokken. Omdat die verplaatsing, als die zou plaatsvinden, zeer langzaam geschiedt, kan nu volstaan worden met een beperkt nader onderzoek, aldus de voorzitter. In het algemeen belang acht hij het ook nu nog verstandig om het cijfer niet bekend te maken. Naar zijn mening zou het cijfer dan een eigen leven gaan lei den in de discussie, hetgeen hij met het oog op het nader onderzoek niet zinnig acht. Ten aanzien van het toezicht op de stortplaats zegt hij dat dit al aan de orde geweest is in het eerste gesprek, omdat ook burgemeester en wethouders de mening waren toegedaan dat er wel eens toezicht ontbrak. De gemeente Roosendaal en Nispen heeft toegezegd hierop toe te willen zien on der de beperking, dat het toezicht alleen maar kan plaatsvinden door werklieden in dienst van de gemeente Roosendaal en Nispen, waarbij niet te controleren is wat er precies wordt aangeboden. Daarbij is men afhankelijk van wat de aanbie der aan informatie verstrekt, aldus de voorzitter. Hij zegt toe bij het gemeen tebestuur van Roosendaal nogmaals te willen aandringen op een beter toezicht op de stortplaats. Met het oog op een zo'n objectief mogelijke kijk op de zaak stelt hij, dat het geenszins zeker is dat Philips de veroorzaker is van al het kwikafval. Hij vindt het daarom ook niet juist om nu al een beschuldigende vinger uit te steken. De brief, waar de heer Joachems om heeft gevraagd, heeft naar zijn mening bij de beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer Hellegers ter inzage gelegen ral

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 41