-123- Het feit dat er door deskundigen gestudeerd wordt op deze materie geeft haar het vertrouwen dat de affaire naar behoren wordt afgewerkt. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de interpellatie toe te staan. De voorzitter stelt voor allereerst de interpellanten de gelegenheid te geven het woord te voeren. Na het antwoord van burgemeester en wethouders kunnen alle fracties, wanneer zij daartoe de behoefte gevoelen nog op de zaak terug komen. De raad stemt in met dit voorstel. De heer Hellegers zegt, dat het zeker niet de bedoeling is van de inter pellatie om vooruit te lopen op het onderzoek en om wantrouwen uit te spreken in de gevolgde werkwijze van burgemeester en wethouders. Vooral over die werkwijze is ook hij vol lof. Het feit dat het antwoord op schriftelijke vragen minimaal een 14 dagen uitblijft heeft hem van deze mogelijkheid doen afzien. De interpellatie heeft tot doel vanavond wat meer duidelijkheid te krijgen over de huidige stand van zaken. Uit de diverse perspublicaties blijkt een zekere verontrustheid. Doordat het onduidelijk is wat er nu precies aan de hand is, kan er volgens hem een paniekstemming ontstaan. Daarom heeft de raad recht op nadere infor matie, aldus de heer Hellegers. In het kort geeft hij nogmaals de geschiedenis weer van de kwikstorting. Uit de uitlatingen in de pers maakt hij op dat de concentratie gevonden kwik hoger is dan het cijfer dat de N.V. Philips eerder heeft verstrekt. Om paniek te voorkomen, verzoekt hij burgemeester en wethouders dit cijfer bekend te maken. Vervolgens vraagt hij of er reden is om aan te nemen, dat het kwik nu al het gebied bereikt heeft waaruit drinkwater wordt onttrokken. De Wet Verontreiniging Oppervlaktewater heeft naar zijn mening betrekking op lozing van afvalstoffen en geldt derhalve niet voor deze zaak. Hij is van mening dat in afwachting van de resultaten van het nader onder zoek er voorlopig geen kwikstorting meer mag plaatsvinden. Tenslotte stelt hij dat hij verschillende keren heeft geconstateerd dat het toegangshek was geopend terwijl er niemand aanwezig was om toezicht uit te oefenen. Hij verzoekt burgemeester en wethouders maatregelen te nemen teneinde er voor te waken dat er iemand aanwezig is wanneer de put geopend is. Het illegaal dumpen kan zodoende worden tegengegaan. De heer Joachems zegt dat de bedoeling van de interpellatie niet is om de zaak in detail uit te diepen. Daarvoor is de raad zijns inziens niet ter zake kundig voor. Hij vindt het nogal voorbarig om uit twee steekproeven de conclusie te trekken dat het met de verspreiding door afstroom niet zo'n vaart zal lopen. Hij zou dan ook graag beschikken over de juiste cijfers van de monsters. Voorts vraagt hij of Philips een draaiboek heeft bijgehouden over de gedane stortingen in de put en wanneer deze stortingen zijn be gonnen. Daarnaast zou hij graag inzage hebben in de brief van de N.V. Philips inzake de schadelijke bestanddelen van de diverse soorten T.L.- lampen. De heer Jonkers vraagt zich af of al deze informatie in het belang is van de bevolking van Wouwse Plantage. De voorzitter zegt hier in zijn antwoord op te zullen ingaan. De heer Joachems vervolgt met te zeggen dat hij graag inzage zou willen hebben in de cijfers van de monsters en de cijfers die Philips heeft ver strekt, aangezien hier geen verband tussen is te leggen. I I I

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 40