-111-
Voor de privacy van deze mensen acht hij zelfs het wandelpad ongewenst.
Voorts vraagt hij of de groenbeplanting en het wandelpad nu al meegenomen
moeten worden omdat er nog huizen gebouwd moeten worden.
Tenslotte mist hij op de tekening speelgelegenheden voor kleine kinderen.
Hij informeert of deze wellicht in een later stadium nog aan de orde zullen
komen.
De heer Hellegers zegt geconstateerd te hebben dat het exploitatie-overzicht
van het bestemmingsplan "Omganck" een winst aangeeft van ruim 3 ton. Naar
zijn mening hoeft een bestemmingsplan slechts sluitend te zijn. Mocht het
zuivere winst betreffen dan zou men daarvan het bouwrijpmaken kunnen be
talen, aldus de heer Hellegers.
Wethouder Matthijssen vraagt zich af of gedeelten van wandelpaden zomaar
weggelaten kunnen worden, aangezien het plan door Gedeputeerde Staten is
goedgekeurd. De speelgelegenheden zitten op dit moment nog niet in het
plan, aldus wethouder Matthijssen.
Ten aanzien van de 3 ton winst in het exploitatie-overzicht van het bestem
mingsplan "Omganck" zegt hij dat dit een raming is. Pas na volledige reali
sering van het plan zal blijken of er winst geboekt is. De winst moet ge
zien worden als een reserve om eventuele tegenvallers op te vangen.
De heer Matheusen vraagt om toch eens te bekijken of weglating van het
wandelpad te rijmen is met de goedkeuring van het plan. Het zou volgens
hem jammer zijn om nu een pad aan te leggen en daar later weer voorzieningen
aan te moeten treffen, teneinde te voorkomen dat het een fietspad of brom
fietspad wordt. Ook uit het oogpunt van privacy acht hij het door hem ge
noemde gedeelte ongewenst. De speelgelegenheid is zijns inziens toegezegd.
Hij vraagt dan ook wanneer deze gerealiseerd wordt.
De voorzitter merkt op dat het plan nauwelijks speelgelegenheid kent. Op
de bredere plantsoenstroken zou echter getracht kunnen worden speelgelegen
heid te creëeren. Niettemin zijn de mogelijkheden beperkt, aldus de voor
zitter. De suggestie om een gedeelte van het wandelpad achter de sporthal
weg te laten, zal meegenomen worden. In de commissie Ruimtelijke Ordening
en de wegen- en verkeerscommissie zou daarover ook nog van gedachten kunnen
worden gewisseld.
De winst moet gezien worden als een veilige marge in een plan van 7 miljoen.
Wethouder Matthijssen voegt daar nog aan toe dat een en ander ook vereist
is om goedkeuring op het plan te verkrijgen.
De heer Hellegers vindt een dergelijke marge ook niet onverstandig. Hij zou
het alleen betreuren als na realisering de winst meer dan 3 ton zou bedragen,
omdat dat zou betekenen dat in de particuliere sector de grond te duur be
taald is. Hij blijft van mening, dat een bestemmingsplan sluitend moet zijn.
Zou er derhalve op een plan een winst overschieten dan moet dit zijns inziens
niet in de pot van de algemene middelen vloeien, maar gereserveerd worden voor
een ander bestemmingsplan om daar bijvoorbeeld in de sociale sector de grond
goedkoper te maken.
Wethouder Matthijssen zegt dat overboeking naar een ander plan moeilijkheden
zal opleveren. Hij stelt, dat de winst normaliter lager uitvalt dan uit de
opzet blijkt. Een winst heeft naar zijn mening wel het voordeel dat er meer
voorzieningen in een plan kunnen worden aangebracht.
De heer Hellegers vraagt of dit dan niet meer het geval was in het bestem
mingsplan "Martel" gezien het gevraagde krediet van 85.000,
Wethouder Matthijssen stelt dat die 85.000,ten laste komen van de
exploitatie van het bestemmingsplan "Martel".
I
i
J
I