-109-
Ten aanzien van het jeugd- en jongerenwerk vraagt zij zich af of de
cultureel werker straks nog de tijd zal hebben om het jeugd- en jongeren
centrum te begeleiden, zodat er weer een nieuwe deskundige zal moeten
worden aangetrokken, hetgeen opnieuw de nodige financiële gevolgen zal
hebben.
De heer Jonkers vindt dat er erg goed werk verricht is en wordt door de
commissie. Hij spreekt de hoop uit dat de beide raadsleden, die in de
commissie vertegenwoordigd zijn, een positieve bijdrage zullen kunnen
blijven leveren aan het commissiewerk.
voorzitter zegt de waardering die door de raad is uitgesproken te
zullen overbrengen aan hen die deze waardering verdienen. Hij stelt dat
er inderdaad hard gewerkt is aan de nota en dat de eigen inbreng van de
commissieleden vooral de laatste tijd is toegenomen.
De nota bevat alleen maar een inventarisatie van al hetgeen dat door de
verenigingen naar voren is gebracht. De commissie heeft inmiddels gewerkt
aan het opstellen van conclusies, waarbij ook is opgemerkt dat er in
Moerstraten behoefte is aan een ruimte om te vergaderen of activiteiten
te ontwikkelen. Over een drietal maanden zullen deze conclusies aan de
raad worden voorgelegd.
Het knelpunt bij het muziekonderwijs voor volwassenen is, dat volwassenen
die deelnemen aan het muziekonderwijs niet in aanmerking komen voor sub
sidie, in tegenstelling tot onvolwassenen en volwassenen die lid zijn van
een harmonie of fanfare gezelschap.
Ten aanzien van het jongerencentrum stelt hij dat hij niet gelooft dat er
een cultureel werker bij moet komen als dit centrum van start zou gaan.
Op de eerste plaats is deze cultureel werker ervaren en op de tweede plaats
heeft hij de beschikking over een aantal vrijwilligers, die de zaak moeten
gaan leiden, aldus de voorzitter. Gelet op de omringende gemeenten zal naar
zijn mening eerder rekening gehouden moeten worden met een vermindering van
het aantal beroepskrachten dan met een vermeerdering.
Vervolgens besluit de raad zonder hoofdelijke stemming de inventarisatie
nota ongewijzigd vast te stellen.
12. Voorstel tot ontbinding van een pachtovereenkomst tussen de gemeente Wouw
en de heer J. v. Oosterhout en het aangaan van een pachtovereenkomst met
de heer C.M.M. van Oosterhout.
De heer van Hasselt merkt op dat in plaats van 2 akten, de zaak ook afge
daan kan worden door middel van 1 akte, namelijk een akte van in-de-plaats-
stelling.
Wethouder Matthijssen zegt toe deze suggestie te zullen meenemen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad medewerking te verlenen aan
het voorstel van burgemeester en wethouders.
13. Voorstel tot ontbinding van een pachtovereenkomst tussen de gemeente Wouw
en de gebr. P.C.M. en H.M.M. Uitdewillegen en het aangaan van een pacht-
overeenkomst met de heer H.M.M. Uitdewillegen.
De heer van Hasselt zegt het verzoek van beide heren gemist te hebben bij
de stukken. Hij zegt accoord te kunnen gaan met het voorstel mits het ver
zoek schriftelijk door beiden is ingediend.
De voorzitter zegt toe het verzoek volgende vergadering bij de stukken ter
inzage te leggen.
Onder die voorwaarde gaat de raad zonder hoofdelijke stemming accoord met
het voorstel van burgemeester en wethouders.