M -94- Vooral de zogenaamde mislukte culturen hebben door hun gevarieerde opstand bijzondere waarde en zijn bij de vogels zeer in trek, aldus de heer Boden. Deze opstand moet men volgens hem niet vervangen door dennen, die toch al zo'n dominerende rol vervullen in het gemeentebos. Uit het gevoerde beleid is zijns inziens duidelijk gebleken dat houtverkoop een belangrijke rol heeft gespeeld in het geheel. Waardevolle houtsoorten werden eerder gedund dan was aangegeven, terwijl andere van minder waarde zijnde houtopstanden langer bleven staan. Ook uit de nota van 22 mei j.1. bleek dit naar zijn mening overduidelijk. Het bos is nog te jong om te spreken van eindkap en nieuwe inplant, aldus de heer Boden. Hij kan zich moeilijk voorstellen dat de raad toestemming zou hebben gegeven om al het dode hout af te voeren. Hij blijft het betreuren dat de rodondendrons langs de Kriekendreef zijn afgezet. Zijns inziens is dit geschied na beschadiging. Wat hem verder in de nota van 22 mei opvalt is dat het beheersplan in 1977 is vastgesteld terwijl pas eind 1978 met de werkzaamheden is begonnen het geen opnieuw een winter achterstand met zich meebracht, terwijl alleen de winters geschikt zijn voor deze werkzaamheden. Het is hem opgevallen dat in de nota geen woord gezegd wordt over het over kilometers verbreden van de wandelpaden, doordat met vrachtwagens het hout werd afgevoerd. In het beheersplan is deze werkwijze ook niet neergelegd. Ten aanzien van het deelplan 1980 merkt hij op, dat het verkleinen en spreiden van takhout na dunning niet is uitgevoerd omdat de boswerkzaam- heden zijn stopgezet, maar omdat in april 1980 de bomen nog groeiden, zodat spreiding niet mogelijk was. Dat Staatsbosbeheer accoord is gegaan met de beheersvoering laat hij ter verantwoording van deze instantie. Hij blijft er echter bij dat het bosbezit zowel in recreatief als in natuur-landschap- pelijk opzicht een behoorlijke dreun heeft gekregen, veroorzaakt door een te snel willen inhalen van de achterstand in het onderhoud. Hij hoopt dat de voor deze zomer geplande werkzaamheden zullen worden ver schoven naar het najaar of de winter en dat voorts alle nog in het beheers plan voorkomende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd in de wintermaanden, gespreid over 3 jaar. In deze zin wil hij de raad voorstellen te besluiten. De heer Joachems zegt in de beheersovereenkomst toch nog enige belangrijke zaken te missen, die volgens hem geregeld zullen moeten worden. De beheersovereenkomst is naar zijn mening te vrijblijvend en te vaag. Het woord "exploiteren" is zijns inziens in deze niet juist terwijl voorts over onderhoud niet wordt gesproken, met uitzondering van onderhoud van sloten en wegen. Hij kan dit niet rijmen met de hoofddoelstelling van het beheer. Hij verzoekt burgemeester en wethouders dus het onderhoud in de overeenkomst op te nemen. Ter instandhouding van de nog aanwezige rodondendron lijkt hem opname daarvan in het beheersplan gewenst. Ook wil hij in het plan opgenomen zien dat de Heidemijnieuwe struiken plant als de afgezette niet meer zouden uitlopen. Andere zaken waarover misverstanden kunnen ontstaan wil hij eveneens opge nomen zien met een beter rechtsgeldig karakter als nu, waarbij hij voor namelijk doelt op het ontbreken van sancties in de overeenkomst. Voor het bedrag vermeld in de overeenkomst is er volgens hem geen voldoende toezicht mogelijk terwijl toch gesteld wordt dat het toezicht moet worden uitgebreid. Naar zijn mening betreft het hier een part-timer, zodat er meestentijds geen toezicht aanwezig is. Het inhalen van de achterstand op zo'n korte termijn was onverantwoord, waarbij misstanden niet konden uitblijven. Om het beheersplan binnen de termijn uit te voeren zal meer mankracht ingezet moeten worden. De Heidemij heeft volgens hem te veel vrijheid gehad. Hij dringt dan ook aan op betere samenwerking met Staatsbosbeheer met het oog op technische voorlichting en bijstand. Concluderend stelt hij dat de overeenkomst moet worden aangepast. De aannemer moet precies weten waar hij aan toe is. Toezicht en onderhoud moeten beter worden geregeld. Het beheersplan is volgens hem te summier samengesteld. Zaken als schadeloosstelling door de aannemer bij het niet nakomen van de verplichtingen verdienen naar zijn mening een regeling in de overeenkomst. I

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 11