t i I p -79- Hij merkt op, dat het ontvallen van een Spartaanse leiding, het geven van één vinger niet mag leiden tot het nemen van een hele hand. Hij blijft erbij dat burgemeester en wethouders zelf mogen weten of zij raads leden betrekken bij de procedure of niet. Ten derde wijst hij op de notulen van de vergadering, waarin het delegatievoorstel aan de orde kwam. De toezegging, dat raadsleden betrokken zouden worden bij de procedure moet ge zien worden in relatie tot de delegatie, aldus de voorzitter. Hij is dan ook van mening dat er op geen enkele regel inbreuk is gemaakt. Hij verzoekt de leden van de raad, die te kennen hebben gegeven het niet met de procedure eens te zijn, uit te leggen hoe zij de procedure in het vervolg willen zien, mede met het oog op de benoeming van een hoofdkleuterleidster. Ten aanzien van de opmerking dat de raad uit de krant de voordracht heeft moeten lezen, stelt hij, dat op 1 mei j.1. de Wet Openbaarheid van Bestuur in werking is getreden met een in artikel 2 vermelde actieve informatieplicht voor de gemeentebesturen In de geest van die wet acht hij het niet noodzakelijk om besluiten van burge meester en wethouders te laten liggen, totdat deze de raad hebben bereikt. Wel zijn er naar zijn overtuiging zaken die eerst aan de raad bekend worden ge maakt alvorens zij aan de pers worden medegedeeld. Het voorstel van de heer Joachems om de zaak 14 dagen uit te stellen, ontraadt hij de raad ten stelligste. Een benoeming in deze vergadering leidt tot het volgen van de gebruikelijke opzegtermijn, hetgeen niet meer mogelijk is bij een be noeming op een later tijdstip. Voorts eist de opbouw van de school een spoedige indiensttreding, aldus de voorzitter. Een voordracht met 3 namen acht hij onmogelijk, gezien zijn eerder gemaakte op merking inzake de geschiktheid van de kandidaten. Het betrekken van een onderwijs commissie, die er nog niet is, bij de procedure vindt hij eveneens bedenkelijk. Hij is erkentelijk voor de opmerkingen, dat de benoeming niet in het politieke vlak getrokken zal worden. Hij stelt dat burgemeester en wethouders volledig achter de voordracht staan en hij zou het betreuren dat een sollicitant de dupe wordt van een onenigheid over de gevolgde procedure. Hij nodigt de raad nogmaals uit haar gevoelens kenbaar te maken over de te volgen procedure in de toekomst. Mevrouw Kemperman-de Vet stelt achter het voorstel tot delegatie te staan, zoals dat vorige keer ter sprake kwam, ook voor wat betreft de benoeming van de hoofd kleuterleidster. De heer Matheusen zegt, dat de gevolgde procedure ook een teleurstelling was voor de Werkgroep Openbaar Onderwijs en het hoofd der school. Voorts merkt hij op, dat de procedure volgens de letter van de wet juist was en dat het derhalve ook niet noodzakelijk is dat de raad zich hierover uitspreekt. De voorzitter vraagt of hij uit deze opmerking moet begrijpen dat de heer Matheusen geen uitspraak durft te doen over de wenselijkheid van de te volgen procedure. Mede in verband met de benoeming van de hoofdkleuterleidster acht hij dit van wezenlijk belang teneinde straks weer niet in dezelfde discussie te geraken. De heer Matheusen stelt, dat hij de procedure, zoals die is gevolgd bij de be noeming van de hoofdonderwijzer, als zeer prettig heeft ervaren. De voorzitter merkt nog op, dat er vorige keer geen problemen waren bij de inschakeling van de raadsleden. De heer Jonkers zegt dat het wel of niet instellen van een onderwijscommissie al lang onderwerp van discussie vormt. In plaats van die onderwijscommissie werden toen twee raadsleden betrokken bij onderwijsaangelegenhedenhetgeen een goede vervanging bleek te zijn, aldus de heer Jonkers. Hij vindt het een tactische fout om met iets wat goed loopt niet door te gaan. De reden waarom deze situatie is ontstaan schuilt zijns inziens in het feit, dat de raad geen zekerheid krijgt over de instelling van de onderwijscommissie. r j| i i i i i i i i i

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 86