-71-
De voorzitter zegt dat er bij de begrotingsbehandeling is toegezegd, dat er een
nota zou worden samengesteld, waarin het beleid van burgemeester en wethouders
ten aanzien van woningtoewijzing zou worden uiteengezet. Zijns inziens zijn er
11 wegingsfactoren aangegeven. Aan de hand van deze criteria zullen burgemeester
en wethouders de woningen toewijzen.
Naar zijn mening komt elk criterium of puntenstelselzoals in sommige andere
gemeenten, voor nadere invulling in aanmerking, ook al wordt een criterium of
puntenstelsel nog zo ver uitgewerkt.
Wethouder Matthijssen zegt, dat de regels voor grondtoewijzing er al zijn, maar
dat deze op papier gezet zullen worden, als de raad dit wenst.
De heer Hellegers stelt, dat niet hij inzicht wenst, maar dat het voor de mensen
die ingeschreven staan duidelijk moet zijn, wanneer zij in aanmerking komen voor
een woning. De nota verschaft die duidelijkheid niet, aldus de heer Hellegers.
Wethouder van Tiggelen zegt,dat hij op zijn spreekuur tracht de mensen duidelijk
heid te verschaffen omtrent deze aangelegenheid. Hij is er zich echter ook van
bewust dat er problemen zijn die hem onbekend zijn.
De voorzitter merkt nog op, dat na de 9 wegingsfactoren vermeld staat hoe de
weging precies zal plaatsvinden, waarbij onder andere aandacht besteed is aan
de cumulatie van factoren.
Vervolgens worden de punten 5 t/m 8 en 10 t/m 13 voor kennisgeving aangenomen.
De punten 14 en 15 geven aanleiding tot de volgende opmerkingen.
De heer Joachems zegt accoord te kunnen gaan met de inhoud van de concept-brief,
zoals vermeld onder punt 15. Dat er ten aanzien van de dorpenplannen wel een
taak voor het Streekgewest is weggelegd vindt hij in de brief te slecht uit de
verf komen. Met name de problemen omtrent de groeiklassen-indelingdient zijns
inziens uitgewerkt te worden in dorpenplannen. Hij verzoekt in de brief te ver
melden dat hier meer aandacht aan geschonken zal moeten worden.
De heer Jonkers zegt, dat het vanzelfsprekend is dat, zoals in de brief onder 14
staat vermeld, de raden van de aangesloten gemeenten gekend worden in een ver
hoging van de financiële bijdrage.
De voorzitter zegt dat het probleem van groeiklassen-indeling een zaak is van
overleg tussen gemeente en provincie. In andere streekgewesten ligt dat soms
anders. Daar voert het streekgewest zelf direct overleg met de provincie. De
taakstelling van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant is er echter één van
verlengd lokaal bestuur, zodat hierin niet de taak past, die door de heer
Joachems is aangegeven, aldus de voorzitter. Het hele probleem van groeiklassen-
indeling heeft echter de aandacht van burgemeester en wethouders.
De passage, waarop de heer Jonkers doelt is opgenomen om het Streekgewest te
houden aan de taakstelling zoals die in de bezinningsronde naar voren is ge
komen
De heer Joachems blijft van mening dat het Streekgewest een taak kan hebben in
zake de dorpenplannen.
De voorzitter stelt dat deze vraag niet is voorgelegd door het Streekgewest.
Het overdragen van Ruimtelijke Ordening aan het Streekgewest betekent een uit
holling van het takenpakket van de gemeente, aldus de voorzitter. Mocht de
gemeente niet in staat zijn om deze zaken op te lossen dan kan dit altijd nog
bekeken worden in regionaal verband. Hij zegt toe aan deze materie aandacht te
blijven besteden.
Vervolgens besluit de raad zonder hoofdelijke stemming accoord te gaan met het in
de concept-brieven uiteengezette standpunt.