-23- De oppositie geeft hij een dikke onvoldoende. Zijns inziens was deze niet gericht op het algemeen belang, maar op personen. Ter toelichting van de financiële blunders zegt hij, dat deze enkele jaren geleden gemaakt zijn. Hij doelt in dit kader op de ambtswoning, die flink op de begroting drukt en het relatief te dure nieuwe gemeentehuiswaar door de financiële ruimte beperkt wordt. Met betrekking tot de telefooncel in Moerstraten verzoekt hij het College deze alsnog op te voeren voor 1980. Hij vindt het niet meer dan redelijk, niet meer dan een stukje welzijn dat de mensen van een dergelijke voorzie ning gebruik kunnen maken, ook al kost dat de gemeente 2000,per jaar. De opmerking van de voorzitter over de horeca acht hij geen steekhoudend argument om het plaatsen van een telefooncel tegen te gaan. De antwoorden over het accommodatiebeleid zou hij graag verduidelijkt zien. Een vraag naar de democratisering van het College voor de verlening van bijstand zou hij nog graag beantwoord zien. Met de uitleg over het karakter van de commissievergaderingen betuigt hij zijn instemming. Hij vertrouwt op de toezegging, dat er in het- vervolg ook algemene beleidsvragen ter sprake komen in die vergaderingen. De onderwijscommissie vindt hij een illustratie van wat hij in het begin heeft gezegd. Naar zijn mening had ook hier de raad met een voorstel kunnen komen. Het ontwerp lag al ter tafel, aldus de heer Hellegers. Ten aanzien van het zwembad zegt hijdat deze investering nog steeds noodzakelijk is. Hij is er zich echter van bewust, dat de lasten waar de gemeente op dit moment voor staat, erg groot zijn, zodat hij zich afvraagt of het wel reëel is om het zwembad in 1984 te plannen. De kantine voor de v.v. Rimboe en die voor de Wouwse Tennisvereniging hebben volgens hem een zeer nauwe relatie tot elkaar, vooral waar het de eigen inbreng betreft. Die eigen inbreng van de v.v. Rimboe zou hij wel toe juichen, doch acht deze niet noodzakelijk, omdat daar indertijd afspraken over gemaakt zijn. De eigen inbreng bij de Wouwse Tennisvereniging is echter wel noodzakelijk, aldus de heer Hellegers. Inzake de redelijke eigen bijdrage voor het welzijnsbeleid zegt hij dat het niet zo moet zijn, dat die organisaties en instellingen in het wel zijnswerk, die een lage contributie hebben in verhouding een extra zware last in de vorm van een eigen bijdrage zouden krijgen. Sociale woningbouw. De heer Hellegers vraagt hoeveel huurwoningen er zitten in het contingent van 47% in de sociale sector. Afbouw van de Molensingel acht ook hij een belangrijke zaak. De opmerking over de centrale antenne-installatie vond hij zeer terecht. De isolatie van woningen in relatie tot het stukje dividend van Intergas heeft hij gemist in de antwoorden. Hij vraagt zich wel af of de aanslui ting op aardgas in het buitengebied niet tegelijk kan geschieden met de aanleg van de riolering. Een aantal zaken wil hij duidelijk los zien van D.A.C,W.-subsidieHij wijst hierbij met name op de riolering in het buitengebied en het voetbal veld in Heerle. De procedure voor de premiekoopwoningen in het bestemmingsplan "Omganck" vindt hij niet goed. Hij wil de inbreng van makelaars vermijden. Hij ziet in dit verband liever het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten of de Stichting Regionaal Woningbezit als contractant. Hij is het niet eens met het gestelde door wethouder van Tiggelen dat verkoop van woningwetwoningen de enige methode zou zijn om het eigen woningbezit te bevorderen. In de sociale sector zijn er naar zijn mening ook mogelijkheden, waardoor dan tegelijk doorstromingsbeleid mogelijk wordt, als je er maar voor zorgt, dat er goedkope woningen zijn voor de minst draagkrachtigen. Ten aanzien van de regels voor de toewijzing van woningen zegt hij dat hij het een goede zaak vindt, dat deze regels openbaar gemaakt worden. Ruimte voor urgentiegevallen moet er zijn, maar dat heeft niet te betekenen dat je aan iedereen hoeft te vertellen welke urgentiegevallen er voor gegaan zijn. I I I I 1 m 1

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1980 | | pagina 30