-94-
De voorzitter leest artikel 10, lid 2 van de Kleuteronderwijswet voor
en stelt, dat wanneer het aantal op 20 gesteld wordt, er aan de wens
van de Werkgroep tegemoet wordt gekomen. Bovendien acht hij het beter
in deze op safe te spelen.
De heer Jonkers geeft te kennen dat het aantal, in de aanvrage genoemd,
hem weinig zegt, aangezien nergens uit blijkt dat deze kinderen straks
ook echt de school zullen gaan bezoeken.
De voorzitter geeft toe, dat dit inderdaad een vaag criterium is, maar
dat de wet nu eenmaal dit aantal als basisgegeven hanteert.
Mevrouw Kemperman-de Vet vindt het, gezien deze onzekere factoren, niet
juist, dat de gemeente het verzoek voorlegt aan de Kroon.
De voorzitter zegt, dat, wanneer de raad besluit het verzoek voor te
leggen aan de Kroon, dit niet impliceert, dat de raad instaat voor het
aantal, dat in de aanvrage is genoemd.
De heer Hellegers merkt nog op, dat hij de indruk heeft, dat het verza
melen van de handtekeningen nauwgezet is gebeurd. Voorts vindt hij, dat
de raad nu niet kunstmatige dammen moet gaan opwerpen om de zaak tegen
te houden.
De voorzitter sluit hierna de beraadslagingen.
Vervolgens besluit de raad zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
burgemeester en wethouders, genoemd onder 1 aan te nemen, met dien ver
stande, dat het getal 23 wordt gewijzigd in 20.
Ten aanzien van het tweede voorstel verlangt de heer van Hasselt stem
ming.
De heer Hellegers kan deze gedachtengang niet volgen. Het bevreemdt hem
dat aan het eerste medewerking wordt verleend, terwijl over het tweede
stemming wordt gevraagd.
De voorzitter zegt, dat de Kleuteronderwijswet in tegenstelling tot de
Lager-onderwijswet de raad niet de plicht oplegt om mee te werken, zo
dat deze volgorde toch wel te begrijpen is
Vervolgens gaat de raad over tot stemming.
Voor het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de heren Helle
gers, van Tiggelen, Matthijssen, Boden, Matheusen, Jonkers, Goossens,
Luysterburg, Nouws en Joacheras, en mevrouw Kemperman-de Vet.
Tegen het voorstel stemmen de heren van Hasselt en Bogers, zodat ook het
voorstel van burgemeester en wethouders, genoemd onder 2, is aangenomen.
12. Vaststelling van vier regularisatiebegrotingswijzigingen
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad tot vaststelling.
13. Rondvraag
De heer Matheusen vraagt, wanneer de proef met de weekmarkt zal plaats
vinden
De heer Jonkers vraagt, hoe de enquêtering is afgelopen met betrekking
tot de douches in de duplexwoningen. Hij blijft aanleg daarvan een goede
zaak vinden.
De heer Nouws vraagt, hoever het staat met de realisering van de vier
woningwetwoningen in Wouwse Plantage.