I
1
-91-
De voorzitter vult hierbij aan, dat het College in een later stadium
nog terug zal komen op de garantiesubsidies in algemene zin.
Daarna besluit de raad zonder hoofdelijke stemming aan de Wouwse Vogel
vereniging "De Bastaard" een garantiesubsidie te verlenen van maximaal
1.500,
8. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van
de Lager-onderwijswet 1920, in verband met het aanschaffen van een in
strumentarium voor muzikaal onderwijs ten behoeve van de r.k. basis—
school "Berkenveld" te Heerle
De heer Hellegers vraagt hoe het verschil is te verklaren van het bedrag
in het voorstel en van het bedrag in de aanvrage.
voorzitter zegt dat de onderwijsinspectie in haar advies verklaard
heeft, dat 1.096,voldoende is om een basis instrumentarium aan
te schaffen en dat burgemeester en wethouders gemeend hebben dit advies
te moeten volgen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad daarna de gevraagde mede
werking te verlenen en een crediet van 1.096,beschikbaar te stellen.
9. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van de definitieve vergoeding inge-
volge artikel 103. lid 2 van de Lager-onderwijswet 1920 over 1976
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders
10. Voorstel tot het stichten van een openbare school voor gewoon lager on-
derwijs te Wouw
De heer Matheusen zegt, dat de Vrije Lijst liever gezien had, dat de
initiatiefnemers een andere vorm van onderwijs gekozen hadden, b.v. een
neutrale of bijzonder neutrale school, omdat dan een vereniging van
ouders de hoogste instantie geweest zou zijn, terwijl dat nu de raad is.
Die eigen verantwoording zegt hem iets meer. Vervolgens vraagt hij of
het opnemen van 6 leerlingen uit Heerle ook gevolgen heeft voor het aan
tal leerkrachten in Heerle en of Wouwse Plantage betrokken is geweest
bij het onderzoek. Daarnaast wil hij graag weten of er al iets bekend is
over de huisvesting van deze openbare school. Tenslotte geeft hij te
kennen dat de Vrije Lijst het instellen van een onderwijscommissie nu
zeker niet zal afkeuren. Voor het overige zegt hij het voorstel te kun
nen steunen.
De heer van Hasselt zegt door deze aanvrage verontrust te zijn. Hij op
teert meer voor de bijzondere krachten in het onderwijs. Zijns inziens
komen de initiatiefnemers uit een bepaalde politieke richting en hij
verwijt hen gebrek aan inzicht en doorzicht in de gevolgen voor het on
derwijs in zijn totaliteit in alle kerkdorpen. Naar zijn mening is er
bijna geen verschil meer tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Hij
spreekt de vrees uit dat nu een minderheid de meerderheid de wil op gaat
leggen. Tenslotte geeft hij te kennen zich van stemming te zullen ont
houden.
Mevrouw Kemperman-de Vet zegt, dat het C.D.A. er graag aan mee wil wer
ken, dat alle kinderen in de gemeente zo goed mogelijk onderwijs kunnen
volgen. Het verbaast haar, dat er nu een aanvrage ligt, omdat velen kort
geleden nog de mening waren toegedaan, dat er nog geen behoefte was aan
openbaar onderwijs in de gemeente. Hoewel zij er zich van bewust is, dat
medewerking niet geweigerd kan worden, zou zij het toch zeer betreuren
als later zou blijken, dat vele handtekeningen al te vrijblijvend zijn
geplaatst. Zij zou op korte termijn toch graag geïnformeerd worden over
de gevolgen voor het bijzonder onderwijs en over de financiële consequen
ties voor de gemeente, wanneer de raad besluit tot stichting over te gaan.
