-82-
Tenslotte wijst hij nog op het gevaar, dat er kan ontstaan, wanneer het
bedrijf wordt uitgebreid. Er ontstaat dan een nieuw soort bio-bedrijf,
waarbij niemand gebaat is, aldus de heer Luysterburg. Het is hem niet
duidelijk, waarom de mensen, die anders zeggen, dat de landbouw door
subsidies overeind wordt gehouden, nu verklaren tegen het voorstel te zijn.
De voorzitter memoreert in het kort nog even de argumenten die er in de
vorige vergadering en in deze vergadering naar voren zijn gebracht. Hij
zegt, dat het College van mening is, dat het hier geen volwaardig bedrijf
betreft en dat er dus sprake is van strijd met het bestemmingsplan.
Wethouder Matthijssen voegt daaraan toe, dat burgemeester en wethouders
geen nieuwe argumenten meer hebben aangevoerd, omdat voor hen de zaak
duidelijk was. De beslissing om de zaak uit te stellen tot deze vergadering
is ook niet genomen om het College de kans te geven nieuwe argumenten aan
te voeren, maar om de raad de gelegenheid te geven zich nader te informeren.
Naast het advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen heeft ook
meegespeeld, dat de aanvrager een niet-agrariër was, aldus wethouder
Matthijssen. Het College heeft gemeend hem in bescherming te nemen tegen
zichzelf. Dat het hier een hobby zou betreffen, bestrijdt de wethouder gezien
de omvang van het bedrijf ten stelligste.
De heer Jonkers vindt, dat het niet aan de orde is of de heer Rosmolen het
zal redden of niet. Daarnaast begrijpt hij niet, waarom een burger niet
agrariër zou mogen worden, andersom maakt men er ook geen problemen van.
Tenslotte zou hij wel graag in de vergunning opgenomen zien de clausule,
dat het bedrijf niet voor andere doeleinden gebruikt mag worden, dan waar
voor nu de vergunning wordt gevraagd.
De heer Nouws benadrukt nogmaals, dat er geen argumenten zijn om de vergunning
te weigeren. Het gebied is agrarisch, dus van strijd met het bestemmingsplan
is geen sprake.
De heer Hellegers zegt nog steeds niet te weten wat de redenen geweest zijn
om de vergunning te weigeren. Hij blijft derhalve bij zijn standpunt.
De voorzitter zegt, dat ook nu weer blijkt, dat er een bestemmingsplan
buitengebied wordt gemist. Op de vraag.van de heer Joachems, waarom er geen
advies gevraagd is aan de Hoofdingenieur-directeur voor de Landinrichting
antwoordt hij, dat de zaak te lang zou gaan duren, wanneer eerst dit advies
nog zou moeten worden afgewacht
De heer Boden merkt nog op, dat het niet juist is wanneer gesteld wordt, dat
burgemeester en wethouders zich hebben opgetrokken aan het advies van de agra
rische commissie. Deze commissie heeft de beslissing aan burgemeester en
wethouders overgelaten, zodat eigenlijk eerder het tegendeel gezegd kan
worden
De voorzitter acht deze conclusie uit het advies nogal vergaand en niet
juist.
De heer Nouws vindt, dat men de adviezen van de Adviescommissie Agrarische
Bouwaanvragen niet moet gebruiken als kapstok voor een beslissing.
De heer Luysterburg acht het vreemd, dat hij dit moet horen van een voor
zitter van een standsorganisatie. De standsorganisaties hebben zelf meege
werkt om deze commissie in het leven te roepen ter bescherming van de
boeren en burgers in het buitengebied.
De heer Nouws zegt, dat hij hier niet spreekt als voorzitter van een
standsorganisatie maar als raadslid.
Wethouder Matthijssen bestrijdt, dat burgemeester en wethouders de adviezen
gebruiken als kapstok.