-73-
Een vraag van de heer Boden over twee verschillende aanduidingen van de
grootte van het aan te kopen perceel wordt tot volle tevredenheid beant
woord
Tenslotte geeft de heer Boden te kennen dat hij het een vreemde zaak
blijft vinden dat een pachter voor het pachtvrij maken meer krijgt dan
een eigenaar voor het verkopen van een perceel grond.
Daarna besluit de raad zonder hoofdelijke stemming tot de aankoop en het
pachtvrij maken van het perceel conform het voorstel van burgemeester en
wethouders
^•2. Voorstel tot het afwijzen van een verzoek om voorziening inzake het wei-
geren van een bouwvergunning
De heer Nouws is van mening dat hij over deze zaak te slecht i3 geïnfor
meerd. Daarnaast geeft hij te kennen een beetje huiverig te zijn van de
adviezen van de Commissie Agrarische Bouwaanvragen, omdat deze adviezen
op theoretische gronden worden gegeven. Tenslotte vindt hij, dat deze aan
vrage in de Commissie Ruimtelijke Ordening had moeten komen.
De heer Matheusen zegt, dat hij samen met de heer Jonkers een gesprek
heeft gehad met de heer Rosmolen en dat daar andere gezichtspunten naar
voren zijn gekomen. Hij vraagt of het niet mogelijk was geweest dat de
voorzitter die tevens een gesprek had gehad met de heer Rosmolen dit ge
sprek op papier had gezet en bij de stukken had gevoegd. Ook hij vindt,
dat deze zaak in de Commissie Ruimtelijke Ordening had moeten komen.
De heer van Hasselt ondersteunt de mening van de heer Nouws.
De heer Hellegers ziet niet in waarom iemand die agrarisch wil bouwen per
sé een volledig agrarisch bedrijf moet stichten. Een agrarische nevenacti
viteit is naar zijn mening in het agrarisch gebied niet minder agrarisch.
voorzitter zegt dat het College van burgemeester en wethouders alle in
formatie waarover zij beschikte ter inzage heeft gelegd» Hij is het niet
eens met de mening dat deze zaak in de Commissie Ruimtelijke Ordening had
moeten komen, omdat het een bevoegdheid van burgemeester en wethouders be
trof en omdat er geen ruimtelijke aspecten bij betrokken waren. Voor wat
betreft het verslag zei hij, dat hij dat wel gemaakt had, maar niet voor
de raad, doch voor het College van burgemeester en wethouders. Omdat het
geen volledig agrarisch bedrijf betrof hebben burgemeester en wethouders
gemeend geen medewerking te verlenen, aldus de voorzitter.
De heer van Hasselt vindt dat burgemeester en wethouders betere gronden had
den moeten aanvoeren om de bouwvergunning te weigeren. Hij is eveneens van
mening dat de raad te slecht is geïnformeerd.
De heer Goossens zegt dat de fractie van C'70 het voorstel van burgemees
ter en wethouders steunt.
De heer Hellegers begrijpt niet waarom het plan om advies is gestuurd naar
de Commissie Agrarische Bouwaanvragen, omdat de aanvrager in het geheel
niet van plan was om een volledig agrarisch bedrijf te stichten.
De heer Nouws blijft bij zijn standpunt dat deze affaire in de Commissie
Ruimtelijke Ordening had moeten komen.