-70-
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders hun best zullen doen
om beiden naar wens op te lossen.
De heer van Hasselt steunt het beleid van burgemeester en wethouders met
betrekking tot de vestiging van een bibliotheek.
De heer Jonkers vindt dat men toch voorzichtig moet zijn om in het ge
sprek met de P.T.T. te spreken over service, omdat dit wellicht een ar
gument zou zijn voor de P.T.T. om in plaats van een agentschap een bus
te laten rijden.
De heer Goossens pleit eveneens voor het behoud van de agentschappen,
omdat er bij sluiting weer een voorziening in een kleine kern verloren
zou gaan. Daarnaast vestigt hij nog eens nadrukkelijk de aandacht op het
probleem van de sociale woningbouw in het kerkdorp Moerstraten.
De voorzitter zegt dat er in de kleine kernen gebouwd zal worden als «r
ruimte is en de mogelijkheden daartoe aanwezig zijn, doch dat er diverse
belemmeringen zijn. Hij memoreert in dit verband dat er in de gemeente
Wouw per jaar niet meer dan 45 woningen gebouwd mogen worden volgens de
volume toewijzing. Dit is ook in overeenstemming met het structuurplan.
Wethouder van Tiggelen vestigt in deze ook de aandacht op de moeilijk
heden die burgemeester en wethouders vaak ondervinden bij het verwerven
van grond voor sociale woningbouw.
De heer Bogers vraagt of het niet mogelijk is om een motie te versturen,
waarin het beleid van de hogere overheid wordt afgekeurd inzake de woning
bouw in de kleine kernen.
De voorzitter stelt dat dit al is gebeurd bij de herziening van het struc
tuurplan.
Nadat een vraag van de heer Nouws over de verkoop van een bouwperceel tot
diens tevredenheid is beantwoord, worden de ingekomen stukken 1 tot en met
15 voor kennisgeving aangenomen en 16 vastgesteld.
5. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van de definitieve vergoeding ingevol-
ge artikel 103, lid 2 van de Lager-onderwijswet 1920 over 1975
De heer Hellegers en de heer Matheusen vragen of er nog meer beroepschrif
ten in behandeling zijn en hoe ver het daarmee staat.
De voorzitter antwoordt hierop dat er nog één beroep loopt en wel van 1976.
Daar is echter door Gedeputeerde Staten nog niet op beslist. Het is niet
bekend wanneer deze zaak afgehandeld zal zijn.
Daarna besluit de raad zonder hoofdelijke stemming de vergoeding over 1975
opnieuw vast te stellen op basis van een bedrag van 282,65 per leerling
conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel tot het verlenen van een garantiesubsidie aan de Majorettenvere-
niging "Silver Raindrops en Little Roses"
De heer Bogers vraagt zich af of men door het veelvuldig verlenen van garan
tiesubsidies het gevoerde subsidiebeleid niet gaat ondermijnen. Hij ziet
hierin een vorm van verkapte subsidieverlening. Hij geeft burgemeester en
wethouders in overweging de subsidieregeling zodanig aan te passen, dat
dergelijke voorstellen niet meer nodig zijn.