Bi
-60-
De voorzitter geeft toe dat inderdaad de gehele Boerenweg voor verbreding in
aanmerking komt. Uit een onderzoek is echter gebleken dat de manier, zoals
nu voorgesteld, niet toepasbaar is op het tweede gedeelte. Mocht het experiment
met de grasbetontegels goed slagen, dan zal voorgesteld worden ook het tweede
gedeelte daarvan te voorzien.
Mevrouw Kemperman-de Vet vraagt of dit nu niet specifieke onderwerpen zijn voor
de Wegen- en Verkeerscommissie.
voorzitter zegt dat dit plan al besproken is in die commissie, voordat mevrouw
Kemperman zitting had in de raad.
De heer van Hasselt vraagt wanneer de verbreding van het tweede gedeelte tegemoet
kan worden gezien. Daarnaast vraagt hij of het plan, zoals het er nu ligt, niet
kan worden uitgebreid tot de heer van Bergen toe.
De voorzitter antwoordt hierop dat eerst bekeken moet worden hoe deze constructie
in de winter zal voldoen. In de loop van volgend jaar kan dan de zaak nader worden
bezien. Alleen het nu voorgestelde gedeelte kan met asfalt worden verbreed, aldus
de voorzitter, zodat verdere uitbreiding niet mogelijk is.
Op een vraag van de heer Luysterburg antwoordt hij dat de tegels in andere gemeen
ten goed blijken te voldoen.
De heer Nouws pleit, gezien het intensieve gebruik van de Boerenweg, ook voor een
verbetering van de gehele Boerenweg.
De voorzitter onderstreept deze mening, maar gezien de kosten en het experiment
met de tegels acht hij het beter het andere gedeelte uit te stellen tot volgend
jaar, temeer omdat dan het gedeelte wat nu niet is opgenomen van een deklaag moet
worden voorzien.
De heer Luysterburg wijt de drukte op de Boerenweg mede aan de handwijzer richting
Bergen op Zoom. Zijns inziens zou een verbetering van de Moerstraatsebaan al veel
oplossen.
De voorzitter zegt dat de slechte toestand van de Moerstraatsebaan daar niet
alleen debet aan is. De snelle verbinding om op de grote weg naar Bergen op Zoom
te komen draagt daar zijns inziens ook toe bij
In het kader van de ruilverkaveling is echter toegezegd de Moerstraatsebaan te ver
beteren, aldus de voorzitter.
De heer Jonkers heeft begrip voor de opvatting van de heer Boden. Ook hij vindt
een goede ontsluiting van de bedrijven belangrijk.
De voorzitter is het daar wel mee eens, maar is tevens van mening, dat gezien het
kostenaspect het niet altijd mogelijk is een optimale ontsluiting te bewerkstel
ligen.
Zonder hoofdelijk© stemming besluit de raad daarna het crediet conform het voor
stel te voteren.
Vaststelling van regularisatiebegrotingswijzigingen
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad tot vaststelling.
Alvorens over te gaan tot de rondvraag verleent de voorzitter het woord aan de
heer Jonkers inzake diens vragen aangaande de besloten vergadering van de commis
sie Ruimtelijke Ordening.
De heer Jonkers vraagt de overige raadsleden om de goede samenwerking zoals die
er was op dit gebied, op dezelfde voet voort te zetten. T©r illustratie van zijn
probleem stelt hij dat hij een vraag heeft voor de rondvraag waarvan hij niet weet
of die in de commissie is besproken. Zou hij daar als toehoorder bij geweest zijn,
dan was dat probleem er niet.
voorzitter stelt voor om deze dan te behandelen in ©en besloten zitting na deze
vergadering.
De heer Bogers vraagt of dit niet hetzelfde is als wanneer de raadsleden toehoor
der zijn bij de commissievergaderingen.