-29- De afstand tussen het bestuur en de burger wordt alleen maar groter. Buiten de kosten, die met de reorganisatie gepaard gaan is het onzin om te stellen, aldus de heer Matheusen, dat gemeenten met minder dan 10.000 inwoners niet goed zouden functioneren. De Vrije Lijst is het daarom dan ook in grote lijnen eens met de stellingen en conclusies uit het rapport van de Territoriale Werkgroep Brabant. Vanwege de nog heersende onduidelijk heid zijn wijzigingen nog niet noodzakelijk. De heer Joachems vindt dat er eerst maar eens duidelijkheid moet komen over de vraag hoe de taken en bevoegdheden zijn verdeeld over de 3 bestuurslagen, alvorens tot territoriale herindeling wordt overgegaan. Naar zijn mening hebben de kleine gemeenten zelf het probleem van de grootschalige grens overschrijdende zaken opgelost door zich te organiseren in intergemeente lijke samenwerkingsverbanden. De Rijksoverheid vreest nu door deze gewest vorming het ontstaan van een vierde bestuurslaag. De V.V.D. is in principe voor Brabant één, aldus de heer Joachems, doch als er toch gedeeld moet worden, dan in tweeën en niet in drieën, en in overleg met alle betrokkenen. De verschillen tussen West-Brabant en Oost-Brabant zijn legio, West-Brabant neemt een geheel aparte positie in, zowel op economisch, sociaal-economisch als planologisch terrein, aldus de heer Joachems, Een aparte provincie West-Brabant zou het voordeel hebben dat de belangen dan beter behartigd kunnen worden. Daarnaast vindt hij een gemeentelijke herindeling volstrekt ongewenst. De afstand burger - bestuur wordt groter, terwijl door gewest vorming de gemeenten zelf al veel hebben opgelost. Het werken met een getalscriterium is onjuist, het zegt niets over de levensvatbaarheid van een gemeente. Tenslotte merkt hij op dat met geen woord gesproken wordt over gemeenten met meer dan 50.000 inwoners, terwijl het toch helemaal niet zo vanzelfsprekend is dat deze gemeenten goed functioneren. De heer Hellegers stelt, dat de meeste tegenstanders van herindeling van gemeenten niet ingaan op de kern van de zaak, het zijn meestal emotionele acties. Het bestuur van ons land zou best voor verbetering vatbaar zijn, doch niet aan de hand van dit ontwerp reorganisatie binnenlands bestuur. Dit ontwerp bewandelt de omgekeerde weg, aldus de heer Hellegers. Het zou beter zijn eerst te onderzoeken hoe het bestuur moet functioneren om dan met voorstellen te komen. Verder is de heer Hellegers het niet eens met Minister Wiegel dat een grote gemeente blijkbaar per definitie een goede is. De afstand bestuurder - burger wordt alleen maar groter. Bij de huidige gang van zaken dreigt de autonomie verloren te gaan, gemeenten krijgen impopulaire maatregelen te nemen. Het gaat niet aan te stellen dat de voorgestelde decentralisatie op dit moment leidt tot goede besturen, aldus de heer Hellegers, wij zien derhalve voor hands geen redenen accoord te gaan met een opdeling van de provincie. Daarop dient hij een amendement in op het voorstel van burgemeester en wethouders om de uitdrukking "in 3 provincies" te laten vallen. De heer Matheusen geeft te kennen dit amendement te ondersteunen. Daarna besluit de raad de uitdrukking "in 3 provincies" te laten vervallen en het standpunt van de raad ter kennis te brengen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Herziening Streekplan West-Brabant De heer Jonkers stelt, dat de nota Ruimtelijke Hoofdstructuur, die nu ter discussie staat, dient om een actuele visie te geven op een slagvaardig optreden op het gebied van de ruimtelijke ordening en als grondslag voor een herziening van het streekplan. Het zwaartepunt ligt echter op de ont wikkeling van een aantal modellen voor de stadsregio en niet voor gemeenten als Wouw. De ruimtelijke aspecten staan daarbij centraal, terwijl de maat schappelijke gevolgen buiten beschouwing blijven.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1979 | | pagina 34