-10-
Wethouder Matthi.jssen is er voorstander van ook het Opbouwwerk, gezien
hun specialisme, in deze materie te betrekken.
Wethouder van Tiggelen vindt dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn
meer inhoud krijgt door deze taak als begeleidingscommissie. Gezien hun
samenstelling acht hij de Welzijnsraad in staat om de belangen op rede
lijke wijze te behartigen.
De voorzitter vat de discussie als volgt samen. Hij zegt dat er drie
stromingen waar te nemen zijn, namelijk: De Raad voor Maatschappelijk
Welzijn moet ingeschakeld worden, de leden van de commissie moeten k
titre personnel zitting hebben en de verenigingen moeten bij de samen
stelling van de commissie betrokken worden.
Hij stelt de raad voor om rekening houdend met deze drie suggesties, te
zijner tijd een voorstel aan de raad te doen, met betrekking tot de samen
stelling van de begeleidingscommissie.
De raad stemt met dit voorstel in.
Ten aanzien van de inspraakmogelijkheden kiest de raad voor het houden
van hoorzittingen en het verstrekken van informatie.
Daarna wordt de discussie aangaande dit onderwerp gesloten.
Bespreking Nota Bezinning Streekgewest Westelijk Noord-Brabant
De voorzitter geeft een korte verhandeling over het ontstaan van het Streek
gewest. Daarnaast deelt hij nog mede wat er na het ontstaan allemaal tot
stand is gebracht op gewestelijk niveau.
Toch is er, aldus de voorzitter, aanleiding geweest om een uitvoerige en
tijdrovende bezinning te houden. Alle gemeenten, aangesloten bij het Streek
gewest, zijn bezocht en hun bevindingen zijn neergelegd in een nota welke
heden ter discussie wordt gesteld.
Op de eerste plaats vraagt hij de mening van de raad, met betrekking tot de
schaal van het Streekgewest.
De heer Hellegers vindt dat de huidige structuur gehandhaafd moet blijven.
Hij vreest dat wanneer het Streekgewest in omvang toeneemt, het apparaat te
log wordt en te ver van de burger af komt te staan.
De voorzitter geeft te kennen het met deze mening eens te zijn.
De heer Jonkers stelt, dat er alleen overleg met het Stadsgewest Breda
plaats vindt, voor zover het onderwerpen betreft, welke voor het Streekge
west grensoverschrijdend zijn.
De heer Joachems stelt, dat de structuur van het Streekgewest niet stevig
genoeg is. Hij is van mening dat de gemeenten in dit samenwerkingsverband
nog te veel als los zand aan elkaar hangen. Met name met betrekking tot het
vrije in- en uittreden van de gemeenten en de besluitvorming had de heer
Joachems wat problemen.
De voorzitter antwoordt hierop dat er van vrije in- en uittreding geen
sprake is.