I I m SI I -119- De heer Hellegers zegt, van het gevraagde krediet geschrokken te zijn, hij had gerekend op een bedrag van 2 2| ton. Hij begrijpt niet waarom er is gereserveerd om de inrichting te financieren, terwijl er geld geleend is voor de bouw van het gemeentehuis. Daarnaast betreurt hij het dat de raad niet de gelegenheid heeft gehad de begroting goed door te nemen, gezien de korte tijd, welke restte na toezending van het voorstel, het maken van een alternatief plan is niet mogelijk geweest. Zijns inziens ziet het geheel er vrij luxueus uit. Hij betwijfelt of alles wel vernieuwd moet worden. Ter zake van de uniformiteit merkt hij op, wat voor besparing het zou opleveren indien dit niet zou geschieden. Zijns inziens moet de overheid zuinigheid betrachten, dit alles conform Bestek '81. Gezien de korte tijd van voorbereiding is niet concreet te zeggen waarop bezuinigd moet worden, aldus de heer Hellegers. Hij heeft echter het gevoel dat een en ander een stuk zuiniger had gekund. Hij geeft dan ook te kennen niet met het voorstel te kunnen instemmen. Hij stelt voor 10% te bezuinigen, waarbij hij burgemeester en wethouders en de commissie huisvesting de vrijheid wil laten uit te maken waarop die bezuiniging moet plaatsvinden. De heer Joachems vindt dat er met uiterste zorg te werk is gegaan, waarbij kwaliteit en degelijkheid een belangrijke rol hebben gespeeld. Hij vraagt of het wellicht niet voordeliger was geweest om alles bij één firma te bestellen. Tenslotte geeft hij te kennen dat een gemeente huis representatief moet zijn en een visitekaartje voor de bevolking. De heer Jonkers zegt ook enige bezwaren van de heer Hellegers te kunnen delen. Hij wijst in dit verband op het korte tijdsbestek. Uit een onder zoek is hem echter gebleken dat er voorzichtig omgesprongen moet worden met bezuinigen, omdat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Uit dit onderzoek is ook gebleken, dat het duurder kan, aldus de heer Jonkers. Sommige posten roepen bij hem echter toch twijfels op. Tenslotte vraagt hij of ook Wouwse ondernemers ingeschakeld worden bij de inrichting. De heer Boden zegt het eens te zijn met de heer Hellegers. De tijd is te kort geweest en het had een stuk goedkoper gekund zonder dat kwaliteit en luxe er door geleden zouden hebben. Hij betreurt het dat de raad niet de gelegenheid heeft gehad om een en ander met eigen ogen te aanschouwen. Zijns inziens kan er zelfs nog meer dan 10% bezuinigd worden. Hij geeft te kennen tegen het voorstel te zullen stemmen. De voorzitter zegt, de schrik van de heer Hellegers te kunnen begrijpen, omdat in voorgaande jaren de reserve is opgebouwd, zodat dit misschien aan de waarneming van de heer Hellegers onttrokken is geweest. Hij geeft toe, dat de tijd kort is geweest. Hij memoreert voorts aan de commissie huisvesting gemeentelijken diensten die uitvoerig betrokken is geweest bij de voorbereiding. Hij verzoekt de raad enig vertrouwen te stellen in die commissie. Dat de tijd zo kort is geweest,is gelegen in het feit, dat per 1 januari de prijzen drastisch verhoogd zullen worden, aldus de voor zitter. Hij ontkent voorts dat er geld geleend zou zijn voor de bouw van het gemeentehuis. Op een opmerking van de heer Hellegers, dat de raadzaal nogal luxueus is, reageert hij met te zeggen dat deze ruimte representatief moet zijn en smaakvol. Het spijt hem dat de raad het meubilair niet heeft gezien, temeer daar voor de vorige vergadering de commissie huisvesting wel een kijkje is gaan nemen in de sporthal, achteraf had beter de gehele raad mee kunnen gaan, aldus de voorzitter. Hij legt de nadruk op het feit, dat de bestaande voorzieningen erg summier zijn. Hij wijst in dit kader op een kantine, wethouderskamers, bibliotheek en archiefruimte. Het oude meubilair is voor een groot gedeelte versleten en meer dan 25 jaar oud. Er zal naar gestreefd worden mee te nemen, wat nog bruikbaar is, aldus de voorzitter. I I I I f 1 I I I I

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1979 | | pagina 124