- 19 - 9* Voorstel om ingevolge artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor enige gebieden, waarvoor tot 1 augustus 1970 de z.g.meldingsplicht van toepassing was. De raad besluit 'daartoe zonder hoofdelijke stemming. 10. Voorstel om ingevolge artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied ''Winkelcentrum plan Martel1'» de heer Bogers vraagt of er behoefte is aan een winkelcentrum. De voorzitter zegt, dat zulks inderdaad het geval is. Door een inwoner van de gemeente werd onlangs een verzoek om bouwgrond gedaan. De raad besluit daarna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.. 11. Voorstel tot het voteren van een crediet van 6200,voor het verbeteren van de Boterstraat. De heer Bogers informeert of de verbetering in verband met de in voorbereiding zijnde ruilverkaveling thans nodig is. Wethouder Matthijssen antwoordt, dat de verbetering thans niet voor subsidie vanwege de Cultuurtechnische dienst in aanmerking kon komen, doch indien de ruilverkaveling geen doorgang zal vinden zulks wel zal het geval zal zijn. Het verbeteringsplan is wat vereenvoudigd. Burgemeester en Wethouders zijn van meningdat op verbetering in ruilverkavelingsverband niet gewacht moet worden. De heer van Oostrom zegt, dat hij van mening is, dat de voorgenomen verbetering juist en noodzakelijk is. De raad besluit daarna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. Voorstel tot het voteren van een crediet ad./ 16.240,— voor het bouwrijp- maken van twee percelen grond aan de Kapelstraat. De heer Bogers merkt op, dat de geraamde opbrengsten van de grondverkoop de kosten van aankoop en bouwrijpmaken niet dekken. Wethouder Matthijssen antv/oordt, dat de aankoop mede betrekking had op een woning. Bovendien zat de bedoeling voor om te zijner tijd een verbetering mogelijk te maken van de aansluiting van de Kapelstraat op de Herelsestraat. De raad gaat daarna zonder hoofdelijke stemming accoord met het voorstel van burgemeester en wethouders 13» Voorstel tot het voteren van een crediet van 106.586,voor uitbreiding en reconstructie "an de openbare straatverlichting. De heer Goossens dringt er op aan om ook een verlichtingsmast te plaatsen bij het kruispunt Halstersebaan—Moerstraatsebaan. Nu de Moerstraatsebaan nog een slecht wegdek heeft maakt het verkeer druk gebruik van de geasfalteerde Hal- stersebaan. Wethouder Matthijssen zegt, dat zal worden nagegaan of plaatsing binnen het geraamde crediet mogelijk is. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders een onderzoek zullen doen instellen naar de noodzakelijkheid. Wanneer de plaatsing nodig is, dan zal voor het geval geen voldoende crediet aanwezig is aan de gemeenteraad te zijner tijd worden voorgesteld zulks via een regularisatie-begrotingswijziging te regelen. De raad stemt daarmede in. De heer van Oostrom is met het voorstel accoord. Hij pleit er in dat verband voor om aan het buitengebied in voorkomend geval speciaal aandacht te besteden. De heer van Bergen nodigt burgemeester en wethouders uit om het buitengebied nog eens goed te bezien. Naar zijn mening zou het nuttig zijn om straatver lichting aan te brengen op die plaatsen in het buitengebied, waar enige woningen dicht bij elkaar staan.

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1976 | | pagina 9