m Wij hopen dat het college "bereid za.1 zijn deze aanvulling alsnog in het in vesteringsplan op te nemen, en dat de overige fracties hieraan hun steun kun nen geven» Tot zover onze "beschouwing in eerste termijn»" De algemene beschouwing van de heer Jonkers luidde: "Bij het begin van de lopende zittingsperiode ben ik door deze gemeenteraad aangewezen als lid van de gewestraad van het Streelcgewest westelijk Woord- Brabant» Zoals U weet, heeft de gewestraad me vervolgens tot lid van het da gelijks bestuur gekozen, waar ik de verantwoording draag voor de portefeuille zoals dat heet- van volksgezondheid en milieubeheer» Ik heb het steeds tot mijn plicht gerekend om in deze gemeenteraad over het Streekgewest te praten en —voorzover ik dat kon— toelichting te geven op de gewestelijke ontwikkeling Ook en vooral in deze begrotingsvergadering, nu we het gemeentelijk beleid voor volgend jaar uitzetten, wil ik het Streekgewest en de gewestelijke zaken niet onbesproken laten. Ik vind het juist vandaag nodig de vraag te overwegen, wat de gewestvorming voor onze gemeente betekent, niet alleen in het algemeen, maar ook heel praktisch in het volgens jaar. Dat over de plaats en de taak van het Streekgewest altijd wel verschil van mening zal blijven bestaan, vind ik geen wonder» Zelis de achtereenvolgende ministers van binnenlandse zaken hebben geen sluitende oplossingen weten te bedenken voor het behartigen van regionale of gewestelijke zaken, al lijkt het met de huidige minister wel langzamerhand te geraken tot ^rrij vaste ge dachten over provincies—nieuwe stijl. Over deze belangrijke ontwikkeling zullen we ongetwijfeld ook in deze gemeenteraad nog wel spreken, als de wets ontwerpen hierover ingediend zijn bij het parlement. Die wetsontwerpen komen dan op een moment, dat de gemeenten onder druk van de maatschappelijke schaalvergroting zelf al jaren bezig zijn nieuwe bestuurs vormen te zoeken om de handen ineen te kunnen slaan, om van de ene kant moei lijke en kostbare taken samen te Icunnen doen, zoals bijvoorbeeld op het ter rein van de gezondheidszorg, en van de andere kant de ontwikkelingsgang van de gemeenten op elkaar af te stemmen door begeleiding en koó'rdinatie. Vooral in onze provincie en ook in ons gebied is dit proces al een eind op gang. Sinds half 1974 hebben wij in ons gebied een Streekgewest, waar 17 gemeenten aan deelnemen. Het Streekgewest is 'voorzichtig en sober gestart. Pas langzaam aan begint zich de gewestelijke taak af te tekenen» En daar wil ik een paar dingen over zeggen. Op de eerste plaats vind ik, dat we het zonder iets als het Streekgewest in deze tijd niet zouden kunnen stellen. Een aantal belangrijke taken moeten nu eenmaal op groter schaal worden aangepakt. Daarnaast is het hard nodig, dat de gemeenten in ons gebied meer dan tot nu toe wensen en plannen samen be spreken en aan elkaar knopen. Daarvoor biedt het Streekgewest een hanteerbaar en tevens demokratisch forum. Naar mijn smaak is er dan ook alles voor om van het Streekgewest vrat te maken, waar alle gemeenten vruchten van kunnen plukken. Of dit lukt, of deze kansen worden gegrepen, hangt vooral af van de bereidheid en het vertrouwen tussen de gemeenten en de gemeentebestuurders. Ik weet, dat er menig voorbeeld is van wantrouwen en onbegrip. We moeten in ons Streekge west nog veel oefenen, en daar pleit ik dan ook van harte voor. Daarmee wil ik kritiek op de gewestelijke zaken niet uitsluiten, integendeel. I

Raadsnotulen

Wouw: 1813-1996 | 1976 | | pagina 68