De heer MARIJNISSEN is blij met de gedane toezegging. Hij
spreekt zijn zorg uit over het rijksbeleid om de zorgplicht
op bepaalde terreinen aan de gemeenten over te dragen zonder
dat de totale consequenties te overzien zijn. Hij vreest in
dezen voor een vergelijkbare ontwikkeling ten aanzien van de
huisvestingsvoorziening in het onderwijs. Het rijk legt de
zorgplicht voor een aantal taken bij de gemeente zonder dat
daar voldoende financiële middelen tegenover staan. Hij is
dan ook verbolgen over het feit dat in de krant wordt ge
schreven dat de gemeente Rucphen te verkwistend met de WVG-
gelden heeft omgesprongen en dat men in Rucphen WVG-aanvragen
gemakkelijker honoreert dan in andere gemeenten. Dit is een
onjuiste voorstelling van zaken omdat de gemeente Rucphen
gebruik maakt van dezelfde keuringsartsen als de omliggende
gemeenten en dat derhalve dezelfde criteria worden gehanteerd
voor inwoners uit de gemeente Rucphen als voor inwoners uit
andere gemeenten.
De heer ERMEN deelt de zorgen van de RVP inzake het decentra
liseren van bepaalde rijkstaken zonder afdoende financiële
middelen.
De heer THIJSSE zegt dat in de mei-vergadering de WVG-proble-
matiek aan de orde komt. Dit houdt echter wel in dat voor die
tijd geen bindende afspraken kunnen worden gemaakt. Mocht de
gemeenteraad in de mei-vergadering besluiten om bepaalde
maatregelen te treffen, dan is dit in feite al aan de late
kant. Verder vraagt hij nog naar de eventueel in te dienen
claim bij Taxi West-Brabant.
Wethouder KONINGS zegt dat een financiële claim momenteel
door het Streekgewest wordt onderzocht. De vraag is echter
wel in hoeverre een claim iets uithaalt indien er geen midde
len zijn binnen het betreffende bedrijf. Bij de start van het
collectieve vervoer hebben de gezamenlijke gemeenten een
startkapitaal bijeengebracht. Deze middelen zijn al voor een
deel terugbetaald omdat op elke maandelijkse nota 10 procent
wordt ingehouden. Het betreffende bedrag is echter nog niet
geheel terugbetaald. Het Rucphense standpunt zal tijdig bij
de andere gemeenten binnen het Streekgewest worden bekendge
maakt
Tot slot deelt hij mede dat ook het college zorgen heeft over
het decentralisatiebeleid van het rijk met de daarbijhorende
budgettaire problemen. De gemeente zal er alles aan doen om
de problemen zo klein mogelijk te maken. Een wijziging van
het beleid kan echter niet te abrupt plaatsvinden en boven
dien moet rekening worden gehouden met eventuele jurispru
dentie op dit terrein.
Hierna gaat de raad unaniem akkoord met het ingediende amen
dement en vervolgens met het geamendeerde voorstel.