- 4 -
Vraag 5 Bent u met het CDA van mening dat het van groot
belang is om de organisatie van de buitenschoolse
opvang in ieder geval te regelen op gemeentelijke
schaal en niet op basis van enige vorm van regiona
le samenwerking?
Evenals de reguliere dagopvang en het gastouderproject zijn
wij van mening dat de kinderopvangvoorzieningen binnen onze
gemeente bedoeld moeten zijn voor kinderen woonachtig in de
gemeente of kinderen van ouders die werkzaam zijn in onze
gemeente. Dit voor wat betreft de gesubsidieerde kindplaat
sen. Dit kan ook doorgevoerd worden in de eventueel te reali
seren buitenschoolse opvang. Vooralsnog wordt er van uitge
gaan dat het kinderdagverblijf met al zijn voorzieningen een
gemeentelijke voorziening is. Wij sluiten echter niet uit dat
de organisatie en exploitatie organisatorisch ondergebracht
moet worden bij een stichting die meerdere kinderopvangvoor
zieningen in exploitatie heeft. Als voorwaarde geldt dan wel
dat de kwaliteit en het karakter van een gemeentelijke voor
ziening gewaarborgd moeten zijn.
Vraag 6 Welke actieve rol heeft uw college gespeeld in het
totale traject zoals dat tot nu toe is gelopen?
De eerste informele contacten met medewerkers van de SMD over
buitenschoolse opvang vonden plaats begin 1997. Daarin werd
afgesproken dat eenzelfde lijn zou worden gevolgd als bij het
opstarten van de kinderdagopvangHet particulier initiatief,
in dit geval de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening,
zou komen tot een plan van aanpak. Nadat dit gereed was zou
het voorgelegd worden aan het gemeentebestuur. Reden voor het
in gang zetten van het traject buitenschoolse opvang was de
komst van de stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang in
1997. De details en nadere uitwerking van deze maatregel
werden echter pas eind 1997 duidelijk.
In de zomer van 1997 hebben een tweetal gesprekken plaatsge
vonden op ambtelijk niveau omtrent de buitenschoolse opvang
met de toenmalig verantwoordelijk directeur bij de SMD. Na de
bestuursovername per 1 augustus 1997 werd dat overleg voort
gezet met de Stichting Thuiszorg. Zoals reeds werd aangegeven
zegde de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening toe dat
vóór 1 april 1998 een plan van aanpak afgerond zou worden ten
aanzien van de realisatie van buitenschoolse opvang in onze
gemeente. Om te komen tot dit plan van aanpak werd onder ver
antwoordelijkheid van de SMD een taakgroep in het leven
geroepen. Op 12 januari 1998 en 16 februari 1998 heeft een
vergadering van de taakgroep plaatsgevonden. Daarna heeft er
geen overleg meer plaatsgevonden. De basisscholen zijn door
de gemeente benaderd in maart 1998 en hebben toegezegd deel
te willen nemen aan de initiatiefgroep buitenschoolse opvang.
De SKW-instellingen zouden door de directie van de SMD worden
benaderd. De laatst geplande vergadering van de taakgroep van
3 0 maart jl. werd geannuleerd en er is daarna geen nieuwe
vergadering meer geweest