Dat hebben wij u ook min of meer gemeld via de commissie onderwijs en welzijn en de gemeenteraad bij de behandeling van het welzijnsprogramma in januari 1998. Zowel in het voorstel als het inspraakverslag is melding gemaakt van het feit, dat er vertraging is opgelopen in die zin, dat vermeld is: "De SMD is verzocht een uitvoeringsplan op te stellen. In overleg met de stichting zullen wij een plan van aanpak opstellen. Hieruit kunt u afleiden, dat enerzijds de SMD nog onvoldoende stappen had gezet en anderzijds de gemeente zonodig de regie rol zou terugnemen (in verband met het uitblijven van resul taten) Vrij snel daarna, op 6 februari 1998 kwam er van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening een door ons geaccordeerde omschrijving van het project buitenschoolse opvang in de gemeente Rucphen met daarin o.a. opgenomen het instellen van een taakgroep en de opdracht, werkwijze en verantwoordelijkheden. Hierover hebben wij u geïnformeerd naar aanleiding van uw vraag ingevolge artikel 36a R.v.O. in de raadsvergadering van 25 februari 1998Wij hebben helaas verzuimd deze projectomschrijving aan u te overhandigen. Dit document kan eventueel ter inzage worden gelegd en/of worden toegestuurd. Uit de projectomschrijving blijkt dat de SMD de regierol toch op zich wilde nemen en door de samenstelling van de taakgroep ook tot draagvlakverbreding wenste te komen. In de projectomschrijving is tevens opgenomen, dat spoedige voortgang gewenst is en er uiterlijk 1 april 1998 een rappor tage uitgebracht zou moeten worden als advies aan de Raad van Bestuur van de SMD, waarna bestuurlijk overleg met de gemeen te zou volgen. Kortom na informatie aan u eind januari en instelling van de taakgroep die voor 1 april 1998 moest rapporteren hadden wij u in ieder geval vóór 1 april 1998 niets te melden. Toen het ons college duidelijk werd, dat de voortgang stag neerde, dit was na 1 april 1998, hebben wij de reacties daarop afgewacht en nog voor dat wij u conform onze toezeg ging konden informeren, ontvingen wij uw verzoek om interpel latie (ingekomen 1 juli 1998) U bemerkt dat wij inmiddels al de nodige actie hadden ondernomen. Hierna beantwoordt hij de gestelde vragen als volgt: Vraag 1 Heeft de inventarisatie van de behoefte aan buiten schoolse opvang in de gemeente Rucphen reeds plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de resultaten daar van? Zo nee, wat is dan de reden waarom dit niet heeft plaatsgevonden? Overeenkomstig gemaakte afspraken zou de Stichting Maatschap pelijke Dienstverlening vóór 1 april 1998 een rapportage opstellen voor de realisatie van buitenschoolse opvang. Om te komen tot dit plan van aanpak stelde de SMD een taakgroep in. Het tot stand brengen van het plan van aanpak en de uitvoe ring van de inventarisatie viel onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van Stichting Maatschappelijke Dienstverle ning Het plan van aanpak zou vooraf gegaan worden door een inventarisatie van de behoefte aan buitenschoolse opvang.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 78