- 5 -
19. Jaarrekening 1997 Voorstel tot akkoordverklaring met de ontwerp-jaarrekening
WVS 19 97 van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant
De heer MARIJNISSEN heeft moeite met het feit dat er een
verschil zit tussen de concept-begroting 1997 en de concept
jaarrekening 1997 van ruim vijf miljoen gulden. Dat verdient
zeker geen schoonheidsprijs. Hij komt op een later tijdstip
terug op de gebeurtenissen na balansdatum.
De heer SUIJKERBUIJK stelt vast dat alle fracties de functie
van het Werkvoorzieningsschap in het kader van de Wet Sociale
Werkvoorziening bijzonder hoog waarderen. De continuïteit
dient dan ook te worden gewaarborgd. Hij is wel van mening
dat het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningsschap
onvoldoende aandacht schenkt aan signalen die zouden moeten
leiden tot ombuigingen van beleid en organisatie. Voor de
continuïteit is een stabiele en doorzichtige organisatie
noodzakelijk. De organisatie dient zich flexibel op te kunnen
stellen en dient voldoende invulling te geven aan de eisen
die aan een dergelijke organisatie gesteld kunnen worden. De
bedrijfsmatige aanpak in de organisatiestructuur dient verder
doorgevoerd te worden. Alleen dan kan er een garantie op de
lange termijn worden gegeven voor werkgelegenheid van de WVS-
doelgroep
De heer ERMEN zegt dat in de praktijk al jaren wordt gewerkt
met tekort-begrotingen omdat het rijk de bijdrage pas erg
laat vaststelt. Hij is zeer blij dat de gemeente nog steeds
geen eigen bijdrage hoeft te betalen en hij hoopt dat dit zo
zal blijven. Het Werkvoorzieningsschap dient tevens een goed
sociaal beleid te voeren voor de doelgroep. De aanwending van
het batige saldo voor uitbreiding van werkgelegenheid van de
doelgroep is een goede zaak.
Wethouder KONINGS legt uit dat het al jarenlang praktijk is
dat er een groot verschil is tussen de begroting en de uit
eindelijke rekening. Dit komt omdat het rijk ieder jaar
opnieuw gedurende het lopende jaar de bijdrage in positieve
zin bijstelt. Deze budgetbrieven worden pas laat in het jaar
verstuurd zodat er bij de opzet van de begroting geen reke
ning mee kan worden gehouden en er uitgegaan moet worden van
vaststaande waarden. Uit overleg met deskundigen blijkt dat
de gevolgde werkwijze de voorkeur geniet. Hij is bereid om in
een later stadium terug te komen op de zogenaamde nieuwe
ontwikkelingen na balansdatum. Het streven is er op gericht
om de continuïteit van het Werkvoorzieningsschap te waarbor
gen. Het gaat erom de betrokken doelgroep werk te blijven
bieden op een aangepaste, beschutte plaats. Dat blijft de
hoofddoelstelling. Het dagelijks bestuur reageert wel op
signalen uit de samenleving. Bovendien worden er regelmatig
Swot-analyses uitgevoerd om de sterke en zwakke kanten van de
bedrijfsprocessen in beeld te brengen. Voor het Werkvoorzie
ningsschap is het echter niet eenvoudig om op korte termijn
bedrijfsmatiger te gaan werken omdat de bedrijfsprocessen en
het werk van de betrokkenen maar heel geleidelijk kan worden
aangepast. De WSW-medewerkers zijn bovendien niet op alle
plaatsen inzetbaar en het afstoten van taken is natuurlijk
ook zo maar niet aan de orde.