4a. Tweede wijziging Voorstel tot 2e wijziging van de Verordening regelende de verordening vaste instelling, de werkkring, de samenstelling en de werkwijze commissies van van vaste commissies van advies advies De heer SPRENKELS is geheel akkoord met het voorstelDoor de gedeeltelijke verplaatsing van de commissievergaderingen naar de avonduren krijgt ook de werkende burger de kans om de vergaderingen bij te wonen. Het voorliggende voorstel is mogelijk de eerste stap naar verplaatsing van alle commissie vergaderingen naar de avonduren. Verder is hij van mening dat er geen rechtvaardige vertegenwoordiging van het aantal commissieleden per fractie in de adviescommissies heeft plaatsgevonden De heer MARIJNISSEN deelt mede dat zijn fractie tegen wijzi ging van de aanvangstijden is. Hij wijst er op dat de wijzi ging van de aanvangstijden de gemeenschap structureel 28.000,-- extra per jaar zal kosten. Gezien de financiële toestand van de gemeente is dit een zeer slechte zaak. Het compromis, waarvoor in het voorstel is gekozen, vindt hij een halfslachtige oplossing. De kosten bedragen dan ook nog ongeveer 12.000,--. Hij verzoekt om hoofdelijke stemming. De heer GABRIELS deelt mede dat zijn fractie vanwege de hoge kosten ook tegen wijziging van de aanvangstijden is. De heer SUIJKERBUIJK deelt mede dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel om de aanvangstijden te wijzigen. Met dit voorstel wordt een aanzet gegeven voor verbetering van de contacten met de burger. Verder wordt de openheid van bestuur voor de burger vergroot. Het kostenaspect is in dit voorstel van ondergeschikt belang. Afhankelijk van de ervaringen in de proefperiode ligt een verdere verschuiving naar de avonduren in de toekomst voor de hand. De heer ERMEN deelt mede dat zijn fractie de voorkeur geeft aan commissievergaderingen die in de avonduren plaatsvinden. De financiële consequenties dienen in dezen ondergeschikt te zijn aan de openheid van het bestuur. De VOORZITTER legt uit dat de meerderheid in het college voor verplaatsing van de aanvangstijden van de commissievergade ringen is. Hij gaat echter niet inhoudelijk in op de ver schillende standpunten van de raadsleden. Verder is hij van mening dat er wel degelijk een rechtvaardige vertegenwoordi ging van de commissieleden per fractie heeft plaatsgevonden. De kleinere raadsfracties zijn zelfs beter in de commissies vertegenwoordigd dan waarop zij strikt genomen recht hebben. De raadsfracties zijn namelijk in alle commissies vertegen woordigd. Het aantal vertegenwoordigers is echter terecht afhankelijk van de stemverhoudingen. De heer SPRENKELS is van mening dat een evenredige verdeling van het aantal vertegenwoordigers per fractie wel mogelijk moet zijn omdat het hier handelt om adviescommissies. Er komen dan ook meer burgerleden in de commissie. De heer BROUWERS vraagt zich af wat het standpunt is van de verschillende fracties ten aanzien van burgerleden in de commissies. In de nabuurgemeenten kent men namelijk geen burgerleden

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 38