- 47 - ONDERWERP: buitenschoolse opvang ANTWOORD: RVP/CDA/WD/VL/PvdA De gemeente dient het initiatief te nemen om te komen tot het regelen van buitenschoolse opvang. Wij hebben het bestuur van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (SMD) verzocht een uitvoeringsplan op te stellen. Dit plan is op dit moment nog niet in ons bezit. De bedoeling is dat wij, als verant woordelijke voor de totstandkoming van buitenschoolse opvang, mede op basis van dat uitvoeringsplan een plan van aanpak samenstellen. Onderscheid kan worden gemaakt tussen opvang 4-8 en opvang 8- 12 jarigen. Het antwoord op de vraag of sprake kan zijn van gemeentelijke danwel dorpsgerichte opvang is afhankelijk van de aantallen kinderen die opgevangen moeten worden. Voor de opvang van 4-8 jarigen dient een groepsruimte beschikbaar te zijn waarbij het in de rede ligt dit centraal te regelen. De opvang van 8-12 jarigen zou wat gemakkelijker dorpsgerichte opvang kunnen zijn. Indien een andere erkende instelling als de SMD zich zou melden voor het uitvoeren van buitenschoolse opvang, dan kan deze in principe ook in aanmerking komen voor een gemeente lijke bijdrage. Voorkomen moet worden dat door het spreiden van de middelen over meerdere instellingen deze minder effi ciënt ingezet kunnen worden. Het rijk heeft middelen toegezegd voor de periode oktober 1997 - december 1999. Wij vinden dat voor die periode met die middelen buitenschoolse opvang geregeld kan worden. Indien de specifieke rijksbijdrage per 2000 vervalt dan zullen vooral de ouders en bedrijven meer moeten gaan bijdragen. Wij zijn vooralsnog niet bereid het financiële gat dat hierdoor ont staat te dichten. Zoals gezegd betreft het een specifieke (geoormerkte) rijks bijdrage. Een vergelijking met de bijdrage voor onderwijs huisvesting is niet aan de orde omdat in dat geval sprake is van een uitkering uit het Gemeentefonds (algemene middelen). Wij kunnen geen cijfers geven over de directe behoefte aan buitenschoolse opvang. Wel hebben ons signalen bereikt via de sector sociale zaken en personeelszaken dat er concrete behoefte is aan buitenschoolse opvang.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 358