- 27 -
Na de besluitvorming bij het Ministerie van VROM worden het
zogenaamde MTG-besluit en het saneringsprogramma zes weken
ter inzage gelegd. In deze periode is het voor belanghebben
den mogelijk hun bezwaren kenbaar te maken. Voordat op deze
bezwaren wordt beslist, worden alle belanghebbenden in de
gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Vervolgens wordt
het besluit op de bezwaren genomen. Wanneer een belanghebben
de vindt dat bij dit besluit onvoldoende rekening is gehouden
met zijn/haar bezwaren, is er nog de mogelijkheid om in
beroep te gaan bij de Raad van State. Vervolgens worden de
maatregelen uitgevoerd (stap 5).
ONDERWERP: richtgetallen
ANTWOORD:
RVP/CDA/WD/VL Wij constateren dat bijna alle fracties met ons van mening
zijn dat de ons ter beschikking staande richtgetallen te
weinig bouwmogelijkheden bieden om te voorzien in de woning
behoefte voor alle uit onze gemeente afkomstige personen.
Indien en waar mogelijk, zullen wij ons blijven inzetten om
te bereiken dat dit probleem wordt opgelost. Eerder konden
wij hierdoor extra bouwmogelijkheden uit de "knelpuntenpot"
genereren, thans worden door ons de mogelijkheden die het
"overbruggingsspoor" biedt, onderzocht, tenslotte kan in dit
verband nog het samenwerkingsproject met Etten-Leur worden
genoemd.
ONDERWERP: Aanpassing bestaande woningvoorraad
ANTWOORD:
Reeds lang wordt door ons belang gehecht aan het aanpasbaar
bouwen. In dit verband kan worden vermeld dat al jaren voor
niewbouwprojecten in de sociale huursfeer subsidies worden
verstrekt om aanpasbaar bouwen mogelijk te maken. Dit bete
kent dat woningen in een later stadium met vrij simpele
ingrepen aangepast kunnen worden aan specifieke woonbehoeftes
die het gevolg zijn van een - lichte handicap - van de bewo
ners. Ook worden, als sprake is van ergonomische belemmerin
gen, WVG-gelden ingezet om bestaande woningen aan te passen
in verband met een handicap. Over dit soort zaken bestaat een
voortdurend overleg met de Woningstichting Rucphen. In haar
beleidsplan geeft de Woningstichting ook aan dat men een deel
van de woningvoorraad tegen minimale kosten zodanig wenst aan
te passen, dat de zittende huurders, ook nadat zij de senio
renleeftijd bereikt hebben, in de woning kunnen blijven
wonen. Tevens wil men onderzoeken welke eengezinswoningen van
de huidige voorraad met een ingrijpender verbouwing voor
specifieke seniorenhuisvesting geschikt gemaakt kunnen wor
den.