- 8 -
de commissies waarvan hij deel uitmaakte, liggen op het
gebied van het welzijnsbeleid. Dit heeft ongetwijfeld ook te
maken met zijn grote interesse voor mensen. Dat blijkt ook
uit zijn liefde en uit zijn inzet voor het sociaal cultureel
werk in St. Willebrord.
De heer Boeren, ik heb u ervaren als een bijzonder plezierig
raadslid waar het goed mee overleggen en samenwerken was. Ik
dank u voor uw inzet vanaf 1992 tot vandaag in de raad van
Rucphen
In de rij van vertrekkende raadsleden is thans de heer Kools
aan de beurt. De heer Kools heeft een lange staat van dienst.
Hij werd benoemd op 21 maart 1986 en hij aanvaardde het
raadslidmaatschap op 2 april 1986. Hij maakte deel uit als
plaatsvervangend lid van de Gewestraad van het Streekgewest
Westelijk Noord-BrabantIn Rucphen werd hij benoemd in de
toenmalige commissie Onderwijs en de commissie G.O. Later
werd hij ook benoemd in de commissie Financiën. En thans
maakt hij deel uit van de commissie Middelen en Sociale
Zaken. In zijn lange raadsperiode heeft hij slechts 4 raads
vergaderingen gemist. Opvallend in zijn raadslidmaatschap is
dat hij bij zijn eerste benoeming lid was van de fractie van
de Vrije Lijst. In de begrotingstijd in 1987 vindt een opmer
kelijke transfer plaats. Voor zover ik weet was het Bosman
arrest nog niet van kracht maar de heer Kools stapte in 1987
over van de Vrije Lijst naar de WD. Na 12 jaar vond hij het
echter genoeg in de politiek en heeft hij plaats willen maken
voor een jongere. Wellicht daardoor hebben wij een goeie
jonge ambtenaar verloren nu René Lazeroms zijn plaats gaat
innemen. Ook de heer Kools wil ik bedanken voor zijn jaren
lange inzet in onze raad en voor de Rucphense mensen.
De heer Antonissen werd op 7 december 1992 benoemd en hij
aanvaardde het raadslidmaatschap op 23 december 1992. Hij zat
in de commissie Onderwijs en Welzijn en in het G.O. Zijn
bijdragen in de politiek lagen vooral op de terreinen van
Welzijn en Onderwijs in brede zin. Hij heeft het vaak gehad
over "resultaat gerichte aanpak". Hij liet het daarbij niet
alleen bij woorden. Opvallend is zijn bijdrage aan het mani
fest "Rucphen bekent kleur". Ik memoreer ook de door hem
ingediende belangrijke motie van 2 november 1993 waarin hij
de raad laat uitspreken dat een steunpunt in Sprundel hoge
prioriteit heeft en hij wil dat de raad daarvoor financiële
middelen reserveert om dat te kunnen realiseren.
Opmerkelijk is ook zijn grote aandacht voor onderwijs en
jongeren. Hij spreekt daar vaak en gedreven over. Hij wil op
deze punten iets bereiken. Met sport heeft hij niet zo'n
sterke band. Hij zet vaak vraagtekens bij de kosten daarvan.
Wellicht daardoor komt het nog al eens tot verbale botsingen
met wethouder Schijven. Ik dank de heer Antonissen voor de
grote aandacht die hij steeds in de politiek heeft gehad voor
de mensen en hun welzijn. Vooral voor ouderen en jongeren en
ook voor minderheden heeft hij een erfenis achtergelaten. Hij
heeft het zichzelf zeker in de politiek niet gemakkelijk
willen maken en voor zijn werklust, politieke gedrevenheid en
inzet heb ik grote waardering en daarvoor wil ik hem bedan
ken.
