- 6 - van het bedrijf toe te staan. Een bepaalde uitbreiding is mogelijk op voorwaarde dat gedeputeerde staten hiermee akkoord gaan. De heer BROUWERS geeft aan dat de familie Van Pul pas tot verkoop van het kampeerterrein is overgegaan toen men geconfronteerd werd met een nieuwe milieuvergunning. Het was dus duidelijk de bedoeling om de camping te beëindigen. Gezien het standpunt destijds van de provincie met betrek king tot vrijkomende agrarische gebouwen ziet hij de komen de reactie van de provincie ten aanzien van het bestem mingsplan buitengebied niet met vertrouwen tegemoet De heer VERGOUWEN geeft aan dat zijn fractie de bemoeienis van de provincie op dit terrein wel ervaart als een keurs lijf. Het buitengebied zit gelukkig niet helemaal op slot en een beheersbare groei is mogelijk. Hij wijst er verder op dat de geboden ruimte op de Nijverhei al vol is. Het is dus belangrijk dat op korte termijn nieuwe ruimte beschik baar komt. Op de afzonderlijke zienswijzen komt hij niet meer terug maar hij wacht de mogelijke bezwarenprocedures bij de provincie af De heer ERMEN geeft aan dat de gemeente en de provincie een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het in stand houden van het buitengebied. Bij de behandeling van de structuurvisie zal hier nader op worden teruggekomen. Hij geeft aan volledig akkoord te gaan met het voorstel en dat de eventuele bezwarenprocedures bij de provincie worden afgewacht De heer SPRENKELS geeft aan dat zijn fractie tevreden is met het antwoord omtrent caravanstalling de Hoogt Wethouder VERPAALEN deelt mede dat vanaf de totstandkoming van de paraplunota een heel traject doorlopen is. De ge meente is met alle belangen heel zorgvuldig omgegaan. In eerste instantie was de regeling met betrekking tot het vrijkomen van agrarische gebouwen vrij ruim van opzet. Door de wijziging van het streekplan is ons ontwerp-bestemmings- plan aangepast. Er dient rekening te worden gehouden met de regelgeving van de provincie. Directe oplossingen voor het tekort aan bedrijventerrein kan hij niet direct geven. Hij is echter wel voorzichtig ten aanzien van de ontwikkeling van bedrijventerreinen met andere gemeenten. Getracht moet worden om in eerste instantie uit te gaan van eigen terrei nen De VOORZITTER deelt mede dat de grondspeculanten een brief hebben ontvangen van het college dat in de Rucphense bossen geen bebouwing is toegestaan. In een volgende vergadering zal een verdere verbodsbepaling van erfafscheidingen aan bod komen. Tot slot stelt hij vast dat de gemeente Rucphen een goed bestemmingsplan voor de komende 10 jaar heeft vastgelegd dat zeer zorgvuldig tot stand is gekomen. Hij bedankt de sector Bestuurlijke Zaken en wethouder Verpaalen voor de kundige wijze waarop zij hun taken hebben uitgevoerd Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 180