- 7 - Hij wijst erop voorzichtig te zijn met het toebedelen van taken aan het Streekgewest in het kader van gemeenschappelij ke belangenbehartiging omdat dan de kans aanwezig is dat het Streekgewest weer verder uit zal dijen. Hij zegt zoveel mogelijk de commissie en de raad in te schakelen voorafgaande aan de komende discussies binnen het Streekgewest. Alle beslissingen worden aan de raad voorgelegd. De heer ERMEN is ook van mening dat het Streekgewest niet opgetuigd dient te worden met allerlei taken die beter door de gemeenten zelf gedaan kunnen worden. De andere kant van de medaille is echter dat producten en diensten selectief afge nomen gaan worden en dat er ook intergemeentelijk een selec tieve samenwerking zal plaatsvinden. Er kan dan een eilanden discussie gaan ontstaan waardoor de belangen van de regio geschaad kunnen worden. Indien derhalve blijkt dat op bepaal de beleidsterreinen in bepaalde gevallen een gezamenlijke belangenbehartiging richting provincie, rijk en europese gemeenschap voordelen oplevert voor de regio, dan dient dit niet achterwege te blijven. Voorbeelden in dit kader beperken zich overigens niet tot het sociaal-economische terrein. Hij onderschrijft verder dat er sprake is van een bestaand samenwerkingsverband binnen het Streekgewest waarbij vele afspraken vastliggen. Het is echter wel nodig om als raad een toekomstvisie te hebben over de meest ideale samenwerkings vorm op de diverse terreinen waarbij het primaat bij de raad ligt. De raad dient derhalve voorafgaande aan het portefeuil- lehoudersoverleg diepgaande inhoudelijke discussies per beleidsterrein te voeren waarbij duidelijk wordt wat de gemeente Rucphen wil en wat de consequenties van een en ander zijn. De punten genoemd onder a. tot en met f. zijn zeer globaal van aard. De heer VERGOUWEN vraagt nogmaals op welke termijn de toege zegde inventarisatie van af te nemen producten en diensten zal plaatsvinden. Hij ondersteunt een gemeenschappelijke belangenbehartiging als verlengde van het portefeuillehou- dersoverleg. Het is duidelijk dat er sprake is van een be staande situatie maar op dit moment staat het Streekgewest ter discussie en als er zaken gewijzigd moeten worden dan dient er nu gereageerd te worden. Een tijdige inventarisatie is dan ook erg belangrijk. De heer SPRENKELS sluit zich aan bij de woorden van de heren Vergouwen en Ermen. Hij is van mening dat de formulering van de genoemde punten onder a. tot en met f. te vaag is. Er staat bijvoorbeeld dat het KAPS kan verdwijnen maar er wordt niet aangegeven op welke manier dit moet geschieden of wat de consequenties ervan zijn. Een inhoudelijke discussie over de punten a. tot en met f. is derhalve wel noodzakelijk. De heer MARIJNISSEN zegt dat inderdaad aangegeven kan worden wat de wensen zijn in een toekomstige samenwerkingsvorm. Dat betekent echter niet dat we van de huidige situatie af zijn. De gemeente Rucphen kan niet eenzijdig besluiten uit het samenwerkingsverband binnen het Streekgewest te treden. Samen met de andere gemeenten binnen het Gewest dient een geschikte oplossing te worden gevonden. Voor een groot gedeelte is Rucphen afhankelijk van de wensen van de andere gemeenten.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 17