- 4 - Wethouder VERPAALEN constateert dat de gemeenteraad in grote lijnen akkoord gaat met het voorstel. Het bestem mingsplan is heel uitvoering aan de orde geweest tijdens de commissievergadering en het verslag is tijdig aan de raad voorgelegd. Vanwege de aangegeven termijnen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening moest het bestemmingsplan uiterlijk 16 november worden vastgesteld. De voorbereidingsbescherming zou anders komen te vervallen. Hoewel dit geen verstrekken de gevolgen zou hebben gehad, is het college toch van mening dat de afronding binnen de wettelijke termijnen dient te geschieden. Hij geeft aan dat het college de gewijzigde standpunten naar aanleiding van de behandeling in de commissie heden per brief aan de raadsleden heeft voorgelegd. Op twee zaken na kan de raad instemmen met deze gewijzigde standpunten van het college. Zowel de bijlagen als de zojuist genoemde brief maken deel uit van het bestemmingsplan. Verder deelt hij mede dat alle bebouwing in de Rucphense bossen wordt uitgesloten. De enige dreiging die nu nog bestaat zijn de erfafscheidingen, de vergunningsvrije bouwwerken van maximaal twee meter hoogGetracht zal worden deze wettelijke vrijheid in te perken. Juridisch is dat echter niet zo eenvoudig. Bovendien zal bij de wijzi ging van de Woningwet de hoogte van de vergunningsvrije erfafscheidingen op niet bebouwde percelen bepaald worden op maximaal één meter. Het college zal trachten reeds in de decembervergadering meer duidelijkheid te verschaffen. Potentiële kopers zullen worden geïnformeerd over de onmo gelijkheden tot bouwen in het bosgebied om verkaveling tegen te gaan. Gestreefd zal worden naar een eenvoudige planprocedure. Hij geeft aan dat aan de provincie verzocht zal worden wijzigingen ex artikel 11 WRO niet meer ter goedkeuring te hoeven voorleggen. De artikel 19-procedure zal hoogstwaarschijnlijk worden vervangen door een meer eenvoudige planprocedure. Het college heeft getracht de bestemmingsplanvoorschriften wat ruimer van opzet te maken om ook de niet-agrarische plaatsgebonden bedrijven in het buitengebied tegemoet te komen. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de vrijstellingsmogelijkheid van de bewuste 50 m2Het is maar de vraag of de provincie de ruimere bestemmingsplanvoorschriften zal goedkeuren. De handleiding vestiging bedrijven uit 1993 geeft o.a. het volgende weer: "Het streekplan stelt dat in bepaalde situa ties de uitbreiding van een bedrijf alleen is toegestaan als dat voor de bedrijfscontinuïteit noodzakelijk is en in geval van uitbreiding of verplaatsing, die op gespannen voet staan met de beleidsdoelstellingen, moet een nadere afweging plaatsvinden tussen enerzijds de gedane c.q. uitbreidingsinvesteringen gericht op de bedrijfscontinu- iteit en anderzijds de mate waarin niet aan de planologi sche richtlijnen wordt voldaan. Ieder bedrijf heeft het recht op een nadere afweging tussen bedrijfsbelangen en planologische belangen. Het bedrijf moet daarvoor een gekwalificeerd bedrijfsplan indienen bij de gemeente ter beoordeling door gemeente en provincie die zich zo nodig laten bijstaan door deskundige instanties." Dit geldt ook voor de gevestigde recreatieve bedrijven en hij zegt toe

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 178